Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 234

,

Afd.

226

A. Wolff

git L. B.

quae

et

mopere

Hfst.

2.

.

.

.

III.

Ab

ob methodum

ipso philosophia Wolffiana

ob

et

observanda "

est

hem

licht

doen schijnen, maar

accepit,

Toch maakt Mursinna nog

272).

Zijn besef zegt

nomen

quas complectitur novas, sum-

veritates,

(p.

reserves. zal

SAMUEL MURSINNA.

§ 8l.

zijne

dat de Philosophie steeds klaarder

,

gevoelt

hij

daarom toch, dat

zelfs

de Wolffiaansche philosophie nog slechts een stukske der zake bood.

„Si verum dicendum

est,

primis adhuc

in

subsistimus, mul-

initiis

taque cautione opus est, ne scire nobis persuadeamus, quae valde sunt incerta et de quibus in utramque partem disputare lentus in scientiis progressus

nisi

Met deze zinsnede vormt die hij inleidt

met een caput: de

licet.

Non

288).

(p.

den overgang tot de Theologie

zich

hij

potest"

fieri

religione.

op theologisch gebied overgetreden

of

,

Nauwlijks echter

alle

is hij

gloed en warmte be-

hem, en men hoorteen Theoloog van professie spreken, maar geen Theoloog is met zijn hart. De religio is hem ratio Deunt

geeft die

:

colendi (p. 280).

tum sanae licet

De

grondslag nu van

alle

ware

religio

is

hem de

Hij zegt toch op blz. 289: „Religio naturalis ad praescrip-

ratio.

sit

rationis fomata

imperfecta/'

dus vooreerst

„cum

,

fundamentum

est

komt dan de

Daarbij

omnis verae

naturali consentire

religione

religionis,

„religio revelata ", die

debet"

en ten

tweede de roeping heeft „ut religionem naturalem perficiat

que defectus

tollat".

Ook

veritas eius cognosci

debet"

dus geen sprake,

ralis

zij

Immers

afhankelijk.

ratio

echter

blz.

293:

feitelijk

notis

(p. 289).

Van

en opmerkelijk

paganisme rangschikt onder de

op

is

„certis

van het oordeel der

gaudere debet, ex quibus errores is

is

in

het, hoe

religiones revelatae.

„Quattuor praecipuae

in

eius-

de

religio natu-

Mursinna het Hij zegt toch

orbe terrarum dominantur

religiones,

quarum

noemt

deze vier in deze volgorde: „Judaica, Gentilis, Christiana

hij

cultores divina gloriantur revelatione", en

dan

Mohamedana." Zoo wordt de Joodsche godsdienst als iets op een voorbijgegane verschijning die met zichzelf staand genomen de Christelijke religie, wijl eerst door Jezus Nazarenus gesticht, als et

;

zoodanig niets uitstaande

de

religio Christiana

Jesus

Nazarenus

culos ... et

;

heeft.

Geheel uitwendig wordt namelijk

door hem opgevat

instituit,

et

(bl.

299) als „religio

quae complectitur certos

praecepta morum."

Haar waarheid

,

quam

fidei arti-

wil hij verdedigd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen