Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 259

Afd.

2.

Hfst.

JOACHIM LANGE.

§ 86.

III.

a iuris legumque studiis denominatur,

qui vitae

divinae

generi

scopum

gloriae

iuris divini institutiones

,

immo

que mysteriorum pandectas, ipse

sibi

si

251

agnoscat, etiam suo

esse praefixum, sacrosanctas

universas legum sacrarum divinorumsibi ita

habet commendatas

sed beatae aeternitatis ratione habita, Deo, iustitiae,

publicae vivere deprehendatur." Evenzoo van den Medicus

suam addixerunt operam,

medicinali

rei

praepositus gloriae divinae

ipsis

dat de

ziel

boven het lichaam

Deo gratam,

societati

finis

gaat,

studium, vitamque boni medici,

(p.

ut

regel

praxeos

et

atque exornat illam

dirigit

,

et beatae aeternitati

754).

dit laatste kennelijk niets

,

belangrijker daarentegen

over de Philosophische studiën zegt:

hij

quando

Sic qui

En, naar den

requirit."

„universum theoriae

omnem

,,

:

rei-

in illa ita versantur,

humanae saluberrimam

convenientem reddens " Zegt

non

ut

,

,,

Hoc

(se.

is

gloria Dei)

,

wat

enim

naturam

recte pro scopo suo habet (philosophus), gratiam et

illam divellet, sed, utriusque iuribus

non confundit, nee ab hac

ac viribus salvis, eiusmodi studet subordinationi, qua natura recte exculta

simul defectuum suorum ex admista gratiae disciplina

et

demisse conscia reddita, non incommoda gratiae famula recte

sanata

(p. 755).

e

Een

famulitio in

blijkbaar mislukte poging,

op de obiectieve over

tegenstelling

fiat;

immo

dignum gratiae connubium evehatur"

om

door van de subiectieve

gaan, de juiste verhouding

te

tusschen Theologie en Philosophie aan te geven; doch waarin het

van connubium naturae cum gratia toch de aandacht verdient. Veel verder brengt ook Lange ons dus voor het Encydenkbeeld

clopaedisch

verband tusschen de Theologie en de overige weten-

maar toch verdient het waardeering, dat hij voor de de behoefte althans gevoelde, om de norma, die z. Theologische studie gold, ook op de overige wetenschappen toe schappen nog

niet,

i.

te passen.

Wat nu

engeren zin

in

zijn

standpunt

clopaedie betreft, dit wordt gekend zoo logieae litterariae eet.

exhibetur

,

,

qicibus

Halle,

Theol. praec. thetici

in

de Theologische Ency-

uit zijn Institutiones

Theo-

methodologia de studiorum sacrorum ordine

Magdeb. 1724, en uit zijn De genuina studii indole ac methodo Halae. Magdeb. 17 12. Over ,

het wezen en de natuur der Theologie laat

hij zich hierin

,

in over-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen