Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 235

Afd.

Hfst.

2.

„partim e notis

zien

partim

menti,

Van

§ 8l.

III.

historicis fide dignissimis" (p.

eenigen geestelijken factor

is

logie, die deze religio Christiana te

zoomin een

ons

definitie

we

daarentegen vinden

227

internis, partim e libris veteris testa-

eius

documentis

e

SAMUEL MURSINNA.

300).

Van de Theo-

onderzoeken heeft, biedt Mursinna organische indeeling. Feitelijk

een

als

geen sprake.

hierbij

Encyclopaedie een drieledige

in zijne

split-

sing van den inhoud in een Bibliologisch, Dogmatisch en Ambtelijk deel

de Kerkhistorie reeds onder de propaedeutische vakken

terwijl

;

afgehandeld. Het breedst bespreekt

is

305

—

de Bibliologische vakken

hij

Critica Sacra en Exegetica Sacra) die

(Scriptura Sacra,

saam

blz.

352 innemen; dan volgen de Dogmatische (Dogmatica, Moraal, die slechts 25 blz. beslaan; en ten slotte

Symboliek en Polemiek)

komen dan de Ambtelijke vakken (Catechetiek, Homiletiek en Kerkrecht)

die

in

bladzijden afloopen.

13

staan

;

continet"

als (p.

agnoscunt" quae ad est (p.

in

liber,

(p. 306),

levert.

Hij definieert de

qui revelationem divinam de vera religione

en dat wel

hominum

,,

eius in

divinam autoritatem Christiani

zooverre ze „omnia ea continet,

cognitu sunt necessaria et satis clara

rebus, quae ad veram religionem docendam spectant"

Zoo wordt

in zijn wijze

hij

doxer, maar zonder toch ratio

dogmatiek

stuk

305), en zegt dat

salutem

iis

313).

,,

slechts één opinie be-

opgemerkt dat Cap. XIII de Sacra

zij

een

eigenlijk

H. Schrift

nog

dan

waarbij

Scriptura

Over de onoordeelkundige

schema kan

ineenzetting zelfs van dit dorre

toch

is

hem

Sacri gavisi sunt

,

van uitdrukking weer ortho-

de orthodoxe

lijn

te gaan.

De

inspi-

anders dan een „revelatio qua Scriptores

niets

ab

in

ad res tantum

aliis

,

ab

aliis

ad singula verba

mogelijke beteekenis dezer

extensa"

(p.

inspiratio

de meening van Bensus aanhaalt, dat Christus aan

apostelen

een

313),

delineatio

hebben „et quod docuerunt

Na

en waarbij

in

totius

hij

als

rebus, quas secundum hanc delineationem

iis

et scripserunt

,

ab omni immunes fuerint errore "

zoo zwakken grond te hebben gelegd, komt

Critica Sacra,

zijn

religionis Christianae zou gegeven

die opeens

hij

(p. 3

dan

1

3$).

tot de

weer aan de Theologie ook de geringe

toch dezer Critica Sacra

nog gelaten was, komt rooven. De taak is om uit te maken met behulp en voor

de vierschaar der Rede

„

zelfstandigheid, die haar

:

A

quonam

et

quo tempore

libri

Veteris et

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen