De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 97
benevens het Kort Begrip der Christelijke Religie
— •HOOFDSTUK (Jes.
mede
53
:
II.
40). Eindelijk
wij gelooven
:
VERWEEPINGE DER DWALINGEN. zij
stoot
om
De algemeene
83
het artikel des geloofs, waar-
Kerk.
Christelijke
»dat dit het einde van den dood van Cliristus dat Hij met der daad het nieuwe Verbond der niet geweest is genade door zijn bloed zoude bevestigen, maar alleen, dat Hij den Vader een bloot recht zou verwerven om met de menschen wederom zoodanig verbond als het Hem believen zou, hetzij der genade of Want zulks strijdt tegen de der werken , te mogen oprichten " II.
üie
leeren
:
,
,
—
Schrifture, die leert, dat Christus eens beteren, dat is, des nieuwen
is Borg en Middelaar Yerhonds (Hebr. 7:22), en dat
geworden
het Testament in de doeden eerst bevestigd is (Hcofdst.
9:15,17).
»dat Christus door zijne genoegdoening voor niemand zekerlijk de zaligheid zelve en het geloof, waardoor deze genoegdoening van Christus tot zaligheid kjachtiglijk toegeëigend wordt, verdiend heeft, maar alleen voor den Vader veiworven heeft om opnieuw met de menschen te de macht of den volkomen wil handelen, en nieuwe voorwaarden, zulke als Hij zou willen, voor te schrijven, van dewelke de volbrenging aan den vrijen wil van den mcnsch hangen zou: en dat het derhalve hadde kunnen geschieden, dat of niemand óf alle menschen die zuuden vervullen". Want dezen gevoelen al te verachtelijk van den dood van Christus, erkennen geenszins de voornaamste vrucht of weldaad, door denzelven verkregen , en biengen wederom uit de hel voort de Pelagiaansche Hl.
Die
leeren:
,
dolinge.
»dat het nieuwe Verbond der genade, dat God IV. Die leeren de Vader, door tusschenkomen van den dood van Christus, melde menschen gemaakt heeft, niet daarin bestaat, dat wij door het geloof, voor zooveel het de verdiensten van Christus aanneemt, voor God gerechtvaardigd en zalig gemaakt worden, maar daarin, dat God , afgeschaft hebbende het afeischen van de volmaakte gehoorzaamheid der Wet het geloove zelf en de gehoorzaamheid des geloofs, alhoewel onvolmaakt, voor de volmaakte gehoorzaamheid der W'et rekent, en der belooning des eeuwigen levens uit genade waardig acht." Want dezen wederspreken de Schriftuui-. Zij worden om niet gerechtvaardigd uit zijne genade door de verlomng die in Christus Jezus is ivelken God voorgesteld heeft tot eene verzoening, door het geloof in zijn bloed (Roni. 3 24, 25), en brengen :
,
,
,
:
met den goddeloozen Socinns voort eene nieuwe en vreemde recht-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's