Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 359
Deel een. Inleidend deel
Afd.
hem
belet
sophische
Hfst.
2.
met
echter niet,
§ IO9.
III.
REUTERDAHL.
Schl. het geheel in te deelen in Philo-
Historische en Practische Theologie
,
35T
,
en dus de Dogmatiek
te rangschikken. Daar hij „fromme gemeinschaft ", doch meer van de
en Ethiek onder de historische gegevens intusschen niet van de
vroomheid zelve uitgaat
genoodzaakt
is hij
in zijn
philosophisch deel
en Polemiek twee andere hoofdstukken over
aan de Apologetiek ,,
,
Religions Psychologie" en
Religionshistori philosophi" te laten
,,
voorafgaan.
Doch
deel
risch
te
de Kerk
nemen, kan en
sluiten
logien
Philosophisch, maar ook op zijn Histo-
zijn
van Schl.
afwijking
zijn
is
zoozeer
niet
op
niet alleen
van invloed. Door toch
Christelijke religie als obiect
de
wel
als
,
de Exegetische Theologie buiten de kerkhistorie
hij
eigen vak voorop plaatsen.
als
betraktar
„Der
historiska
Theo-
sasom en lefwande tillwarande
Christendomen
organism och sókar redowisa for dess samtliga phenomener sadana ,
som van
dessa aro
wirkligheten "
i
(p.
organisme voor ons ontbloot
dit
domen
till
ar nemligen framstallo
Maar nu
120). in
ligt
de wortel
de H. Schrift: „ Urchristen-
en samling af urkunder hvvilkas ratta
i
,
furstaende ocksa ar ett forstaende af urchristendom sjelf"
Zoo komt denna
op den Canon
hij
canon
den
tillhdr
Theologie
Exegetische
exegetiska
splitst
inre exegetiska Theologien
den Canon en de Theologien
hij
,
deel
in
som
i
i
en rekent tot de eerste de kritiek op
",
terwijl
de „ inre exegetiska
egentliga
om
redowisning"
volgt de
weten, wat de Kerk leert; maar dan
te
Dogmatiken is,
en die
inskrankt mening
Kyrka
en wiss
Dan
de derde plaats de Dogmatiek. Deze behandelt
geheel misplaatst
theologi
En
en
eerst symbolisch,
komt „den
in
bestaat uit Hermeneutiek en Exegetiek.
"
Kerkhistorie
(p. 123). Deze „den yttre" en „den
Theologien "
dan
hij
op den Tekst,
kritiek
(p. 123).
en „ett fullstandigte undersokande af
,
(p. 349).
,
galler
eller ,
",
hij
die natuurlijk in zijn historisch
aldus definieert: „Dogmatiek
dogmatik
,
ar icke den lara
sjelf,
utan en sadan laras wetenskapliga
De moraal neemt hij in de Dogmatiek op. bij hem het practische deel dat bij hem
ten slotte volgt dan ook
,
alleen op de „ Kyrkoledning " maar ook op de aankweeking van Christelijke vroomheid doelt, en op het laatste zelfs in de niet
eerste
plaats.
Hij
zegt
toch
:
„Till
Theologien horer nodwandigt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's