GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 85

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 85

Deel een. Inleidend deel

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

,;

Afd.

Hfst.

2.

de H. Schrift, en hoe

in

inhoud der Schrift

§ 47.

III.

HRABANUS MAURUS.

gemeengoed der leeken

Dit kon niet door de Liturgie,

stelt.

om

evenals Augustinus de kunst

hij

tot het

77

te

den

maken hoog,

maar moest door de prediking

geschieden, en daarvoor was wetenschappelijke voorbereiding noodig.

Periculosum

eum

est,

praesidio

suffultus,

boek nu

valt

magisterii

potens

feitelijk in

pondus subire, qui non

drie deelen uiteen

gens over de Schriftstudie

(c.

1

15),

27 en 38 de kiem aanwezig

c.

Reeds

,

is

26

<c.

16

— 26)

39), terwijl in

van een ethiek.

,

Hrabanus nog geen sprake

bij

de locus de Ecclesia en haar Liturgie

toekomt aan hetgeen

accedere volunt" wijl in

(c.

deze indeeling blijkt dat er van een overzien van den om-

uit

vang der Theologie

hij

derde

waarin achtereenvol-

de Classieke studie

de Rhetorische studie gehandeld wordt

en

scientiae

est illud sufferre" (p. 627). Dit

,,

Immers geheel ,

eer

eos scire debent, qui sacrum ordinem

en

(p. 627),

is.

voor Hrabanus afgedaan

is

ligt

er dus voor zijn besef buiten; ter-

den kring der studiën voor zooveel

zij

de Theologie betreffen

Kerk noch haar dogmatiek een eigen plaats ontvangt, en de ethiek nog slechts kiemsgewijze opkomt. Alleen de Schriftstudie en de Rhetorieke studiën worden uitvoeriger ontwikkeld en aan de propaedeuse een breede plaats ingeruimd. Toch is het noch de

in

historie der

,

hooge mate opmerkelijk, wat helder

inzicht

Hrabanus

heeft in

den organischen samenhang tusschen de heilige en profane studiën

want hoe hoog kennis,

die

de

de H. Schrift ook

hij

Heidenen

toch leidt

rechtstreeks

ook buiten de H.

zegt toch: „Indien er

Hij

stelt,

verwierven,

Schrift iets

wordt, dat den naam van sapientia dragen mag, zoo sapientiae

fonte derivatum

(p. 629).

En

is

God

af.

gevonden dit

ab uno

boeken van

zoo er in de

de wijzen dezer eeuw ware en wijze stukken voorkomen

ook de

hij

uit

,

zoo mogen

die aan niemand anders dan aan de eeuwige Wijsheid worden toe-

geschreven,

omdat

of uitgedacht,

opgespoord

En

ze niet door

maar,

zijn,

uit

hen die ze schreven uitgevonden

den Eeuwige vloeiend, door hen slechts

„ab aeterno manentia magis investigata sunt. maar quantum ipsa doctrina et illuminatrix

dit niet bij toeval,

omnium

Veritas et Sapientia ea investigare posse concessit."

gaat

aldus voort

sunt

hij

et

quae

:

„ ac ideo

ad unum terminum

in libris gentiliicm utilia et

En dan

cuncta referenda

quae in Scripturis sacris

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 85

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's