De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 109

HOOFDST. V. VAN DK VOLIIA.UDIKG DER HKTLIGEN. V.

Mot zoodanige grove zonden vertoornen

zij

God

95

zeer,

ver-

vallen in schuld des doods, bedroeven den Heiligen Geest, vprbreken voor eencn tijd de oefeninge des geloofs, verwonden zwaarlijk liun

conscientie, en verlii!zen somwijlen voor eenen tijd het gevoel der genade, totdat hun, wanneer zij door ernstige boetvaardigheid fip den weg wcderkeeren, het vaderlijk aanschijn Godes opnieuw verschijnt, Want God, die rijk is in barmhartigheid, neemt, naar het VI. onveranderlijk voornemen der verkiezing, den Heiligen Geest van de zijnen, ook zelfs in droevige vallen, niet geheel weg, noch laat hen zoo ver niet vervallen, dat zij van de genade der aanneming en van den staat der rechtvaardigmaking uitvallen, of dat zij zondigen ter dood of tegen, den Heiligen Geest, en, van Hem geheel verlaten zijnde, zich zelven in het eeuwige verderf storten. YH. Want, eeistelijk, in zulke vallen bewaait Hij nog in hen dit zijn onverderfelijk zaad, waaruit zij wedergeboren zijn, opdat het niet verga, noch uitgeworpen worde. Ten anderen, vernieuwt Hij hen zeker en krachtig door zijn Woord en zijnen Geest tot bekeering, opdat zij uver de bedreven zonden van harte en naar God bedroefd zijn, vergjevinge in het bloei dos Middelaars door het geloof met een verbroken hart begeeren en verkrijgen, de genade Gods, die nu met hen verzoend is, wederom gevoelen, zijne ontfermingen en trouw aanbidden, en voortaan hunse zaligheid met vreezen en beven des te iianrstiger werken, Vni. AIzoo bekomen zij dnn dit, niet door Imnnj verdiensten maar uit de genadige barmhartigheid Gods, dat zij noen of krachten ganschelijk van het geloof en de genade uitvallen, noch tot den einde toe in den val blijven of verloren gaan. Hetwelk, zooveel hen aangaat, niet alleen lichtelijk zoude kunnen geschieden, maar ook onf,ptwijfeld geschieden zoude; doch, ten aanzien van God, kan het ganschelijk niet geschieden, dewijl dat noch zijn raad veranderd, noch zijne belofte gebroken noch de roeping naar zijn voorneniCn wederroepen, noch de verdienste, voorbidding en bewaringe van Christus krachteloos gemaakt noch de verzegeling des Heiligen Geestes verijdeld of vernietigd kan worden. IX. Van deze bewaringe der uitverkorenen tot de zaligheid en van de volharding der ware geloovigen in het geloof kunnen zelfs de geloovigen verzekerd zijn, en zij zijn het ook naar de mate des ,

,

,

geloofs,

waarmede

zij

zekerlijk gelooven, dat

zij

zijn

on

all ijd

blijven

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen