Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 257
Deel een. Inleidend deel
,
Afd.
Hfst.
2.
§ 86.
III.
maar onder kerkrecht worden
JOACHIM LANGE.
alleen verstaan de kerkelijke veror-
men
deningen die gelden voor de Kerk, waarin
„
summa
dare"
dicendi
van
het vermijden
quentia bestaat veeleer in
simplicitate
249
dient, en de elo-
alle
eloquentie
om
ad captum auditorum sese accomo-
,
35).
(p.
Opmerkelijk
daarentegen
is
wat
Lysius van de Studio,
sophica zegt. Hij stelt hier namelijk de
Chokma
PJiilo-
als Bijbelsche philo-
sophie tegen de Philosophie der wijsgeeren, gelijk Cicero die resu-
meert over
quantum
,
en zegt dan
:
„ tantum distare Ciceronem a Salomone,
emenso
qui somnians se ad certamen accingit, ab eo qui
curriculo
trophaeum
nianam
a
abstulit, et
tantum
differre
Philosophiam Cicero-
Salomonea quantum larva a homine"
De
30).
(p.
hei-
densche wijsbegeerte kent alleen den natuurlijken mensch begrijpt ,
het hoogste goed
deze Philosophie
dan ook
is
met haar gerekend
en kiest averechtsche middelen. Alles in
niet,
,
als
ook
y.evoXoy'ix zij
,
juiste
afbakening der grenzen
clopaedische voorstelling geen
in
zooverre
aandringt op zelfkennis
om
volmaaktheid, en zoekt naar middelen
Van
en slechts
is
sprake.
,
mag
dringt naar
daartoe te geraken
(p. 31).
alzoo in geheel deze Ency-
Ze wordt beheerscht door
de studie der eeuwen die vooraf-
een ver gedreven miskenning van
gingen en trekt zich wel schijnbaar geheel binnen de H. Schrift terug ,
maar om toch ook deze H. jectieve bevinding.
toch
is
hij
Schrift
weer
Al bedoelde dus Spener
op sub-
te laten rusten
niet mysticist te
door behoefte aan een ander
5o'<?
(tot
worden
,
tov 9w dan de
orthodoxie bood, zijns ondanks naar het mysticisme heengedron-
gen
;
het verdriet, dat hij van de straks sectarische collegia pietatis
beleefde was uitvloeisel van zijn eigen beginsel; en zijn Theologie als habitus
die
haar onvergankelijk recht behield, maar
plina los bij deze habitus
bijkwam kon ,
wetenschap reageeren zonder ooit ,
te
zelf
als disci-
slechts tegen de theologische
een wetenschappelijk karakter
kunnen aannemen. § 86.
Joachim Lange.
JOACHIM Lange hij,
verdient
daarom
afzonderlijke vermelding
,
omdat
hoezeer geheel het piëtistische standpunt met Spener, Breit-
haupt, Lysius, Francke en anderen deelende, er toch meer op
uit
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's