Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 141
Deel een. Inleidend deel
;
Afd.
maant
bestrijdt,
zettelijk
Hfst.
2.
hij
ERASMUS.
§ 64.
III.
133
op frisschen toon en met den gloed
der overtuiging tot een breken met de heerschende denkwijze een ,
werpen van de Scholastiek, en een kloek terugkeeren
opzij
H.
Schrift,
betrouwbare kenbron van
eenig
als
tot
de
de Philosophie
van Christus. In deze ééne gedachte: de Philosophie van Christus dan ook
trekt hij
de kracht van
al
als Christelijk-linguistisch
De
van Aristoteles.
op
leven
den weg
en
op
die
hic
,
van Christus profectus
coelo
e
te
autor;
absolute
solus
waarachtig geluk.
oude heidensche
zij
ab
quasi
tam involuta
possint
(p.
184). Hij ergert zich er aan, dat
der Schrift
is
quaeso simile
hem
zoo
is
rijk
dan
dissentio, qui
linguam transfusas,
,
zeggen: „ Optarim
legant Paulinasepistolas
zoo menig theoloog
de H.
in
Schrift.
en goddelijk, dat
Scoto, quid simile in
in
istis
daarom dat
docuerit, ut vix a pauculis theologis
omnes mulierculae legant euangelium
en Averroës beter thuis
cum
salutis
solus exhibere
Hij wil
182).
Hij gaat zelfs zoover van te
intelligi."'
„ Certe solus
humanae
praestitat, quicquid docuit;
idiotis legi divinas litteras, in vulgi
Christus
?
docere potuit,
est doctor; solus certa
de H. Schrift zal lezen. „Vehementer ab
nolint
leeraren,
niet liever alle kracht be-
vernemen wat waarheid
potest, quicquid promisit" (Parac/esis p. ieder
stelt zich
de problemen van het
,
aeterna sapientia; solus salutaria docuit unicus
sit
ut
is
bij
punt gedwaald hebben, en
elk
om
,
te wijzen tot
Waartoe dan deze philosophie gezocht steed
betoog saam en
zijn
lijnrecht tegen de Philosophie
taak der philosophie
lossen
te
Humanist
hij
"
in Aristoteles
Dit Evangelium uitroept:
Thoma?" En van
,,
Ouid
de heilige
„ Cur non in tantis autoribus philosophamur omnes? Quini hos sinu circumferimus, hos semper habemus in schrijvers vraagt hij
manibus, quini
Cur maior
in
:
his
venamur, scrutamur, disquirimus assidue?
vitae portio datur Averroi
Hij verbiedt
daarom de
quam
Euangeliis?"
193).
(p.
studie der andere philosophen niet.
„Non
quod horum studium damnem, qui
in argutiis
laude exercuerunt ingenii sui vires
nolim enim offendi quenquam
;
huiusmodi non sine
sed quod existimem et vere, ni fallor, existimo,
nam
illam Christi philosophiam
ex euangelicis alle
libris" (p.
magistraten,
alle
,
non aliunde
190). Hij acht het
geestelijken
en
alle
puram
ac germa-
felicius hauriri,
daarom den
quam
plicht
van
onderwijzers, dat zij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 141](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's