GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 170

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 170

Deel een. Inleidend deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

Afd.

IÓ2

Hfst.

2.

HIERONYMUS ZANCHI.

§ 69.

III.

Dei, zijn encyclopaedische verdediging. Hij zet daartoe eerst kortelijk

hoe dusver, op het voetspoor van Aristoteles, de Philosophie

uiteen,

en haar terrein

gedefinieerd

zichzelve

had ingedeeld, tengevolge

waarvan de Theologia gerangschikt wierd onder de Theoretica, naast de Mathematica en Physica. Hiertegen nu verzet Zanchi zich.

„Nos vero, qui Theologiam profitemur sic definimus Theologiam: Sermonem seu scientiam esse de Deo, quatenus is in Sacris litteris revelatur, ad hominum salutem"; en wel „de Deo aut in seipso inque ,

sua natura, aut extra se, in suis

nu

deze

evenzoo de opera naturae, quatenus is

se.

maar

ad Theologiam spectant,

het duidelijk, dat de verhouding tusschen Philosophie en Theo-

logie als

Overmits

enkel de opera redemtionis omvatten,

niet

effecta

scilicet eftectis" (p. 218).

hem

door

wordt omgekeerd, zoodat

juist

niet

de Theologie

onderdeel der Philosophie, maar de Philosophie als onderdeel

der Theologie door

hem wordt

opgevat. „Ita ex Philosophiae et ex

Theologiae definitionibus apparet, Philosophiam sub Theologia contiac

neri ;

tuntur"

Philosophi

En

218).

(p.

Theologiam

patere

latius

aliter iudicent

het

Theoloog den krassen

ipsa Philosophia,

quanquam

qui Theologiam sub Philosophia conplec-

,

is

op dien grond, dat

eisch stelt,

om ook

alsnu aan den

hij

de geheele Physica,

onderdeel der Theologie, te behandelen. „Quare Theologi

de Deo

solum

quod

in

non

se... nee solum de praestantissimo eius opere,

humani generis redemptio

est

est,

als

nee solum de invisibilibus eius

;

verum etiam visibilia eius opera quae Physica, naturaliaque corpora vocantur earumque naturarum principia, vires, et usum indagare, cognoscere, contemplari" (p. 218). Wel onder-

operibus

,

.

.

.

disserere

;

,

scheidt

hij

hierbij

studiën

en

de

tusschen het eigenlijk doel der natuurkundige

bemoeiing van den Theoloog met de Physica,

zooverre de Theoloog er alleen

tatem

et

meê

maiestatem Dei pfaédicant"

wordt terstond zwevend doordien ,

id

te (p.

hij er

in

doen heeft „quatenus boni219);

maar deze

bijvoegt

:

grenslijn

„eo vero emcacius

praestant opera Dei, quo perfectius a nobis cognoscuntur". Iets

waaruit

atque

hij

dan ook de conclusie trekt

eam imprimis partem, quae

separandam non esse"

Om

dit

te

(p.

:

„ita apparet

(putrixy

,

Philosophiam

appellatur, a Theologia

219).

beter te doen uitkomen, poogt

hij

dan ook aan te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 170

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's