Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 331

Afd.

Sacram Scripturam, eo solummodo gat

absque respectu

.

.

me

a

sunt,

dicta

Slechts

profundioris scientiae,

.

.

quam

ea quae hactenus

een

intentio

uit

hij

sciantur"

het al

zij

,

de H. Schrift

Sacris Litteris veritates, saltem quae

in

reperiri

non posse, necessum dat ook hij wel

,

deze studiën eischt, maar alleen de intentio „«*

bij

et

261 ed lat).

(p.

op een ander stand-

fateamur " (pag. 267). Hiermee hangt dan saam

penetrentur dat

.

persuadeor"

posse

staat Mabillon ten deze

nostram applicationem iure mereantur, est,

323

ut litteram intelli-

fine legat,

voor elk stuk der waarheid bewijs

hij

„Alibi,

verlangt.

.

sufficere

zooverre

in

punt, dat

MABILLON.

§ I03.

III.

sensus Htteralis. „Cura potior Religiosorum pars

den

nadruk op

Hfst.

2.

Een opvatting die met zich

(p. 268).

met zekere cautio

tantsche werken, met

name van

,

bracht,

ook het gebruik van Protes-

Grotius'

Commentaar, aanbeval

(p.

264). Deze vrijere studie geldt echter alleen voor de kloosterlingen. De eigenlijke theoloog moet de zaak anders aanleggen. Hij komt in

strijd,

optreden.

Ecclesia"

Ecclesiae.

cum

(p.

de

De

645).

sententiis,

Scholastiek

dan

en

Schriftstudie;

„Et haec

belijdenis der

Kerk

daarom met een corpus doctrinae aan

beginne

Hij

kampioen voor de

als

„Seseque instruere

leggen.

komt

en moet dus

is

receptis

approbatis

et

studie

van

de

Traditiones efficit,

(Ecclesia) fidelis interpres est

illa

efficit fidei Christianae " (p.

645). Feitelijk

is

,

quae

regulam

dus ook hier het vrije

onderzoek opgeheven en gebonden aan de uitspraak der Kerk fidelis

Scripturae

In de

systematisch ,

studii

verschil

is

voege, dat de positieve Theologie slechts

in dier

ineenzet

wat

de Schrift en de Traditio

terwijl de Scolastica „ sui

ampliorem

sibi

vindicat

als

waarheid

campum, inque

partem, rationes humanarum, Philosophiae, aliarumque

scientiarum

admittet subsidium "

dan echter de toeleg duidelijk de belangrijke

(p.

blijke,

346); bij welke laatste studie

om

uit

de Scholastiek alleen

quaestiën te onderzoeken, met afsnijding van alle

haarkloverijen. „Resecandae sunt quaestiones omnes 361).

als

dus slechts gradueel.

Dogmatiek onderscheidt ook Mabillon de Theologiapositiva

van de Scolastica,

leert

Het

interpres.

in

hier dus uitgangspunt; daarna

de

doctrinae concatenatio traditionem

S. Scriptura, cuius

te

„Fugiendi quoque termini peregrini

hibendi vero duntaxat

illi

,

et novitate

inutiles" (p.

sua lubrici ad;

quos ad hunc usum consecravit Ecclesia"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen