Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 399

Afd.

openbaring der idee

is

,

religie

Wat Noack zelfs niet

gunt

§ 122. NOACK.

Hfst.

III.

stelt

Noack ook

nogmaals een proces

zelve

en zuivere

blik

2.

aan het

,

waardoor

licht

in

391

de Christelijke

eerst in de

religie

toekomst de ware

kan treden.

dan ook geen eigenlijke Encyclopaedie, van de ,, Religions wissenschaft ", in zooverre hij ons geen ons biedt

in het

is

organisme der onderscheidene

disciplinae, die te

zamen deze wetenschappen uitmaken. Veeleer is zijn dusgenaamde het ontwerp voor een met talent opgezet werk,

Encyclopaedie

waarin deze wetenschap uitsluitend speculatief zou licht-

saamgevat.

zijn

De

en schaduwzijde van den invloed door Hegel's philosophie op

komt dan ook niet beter uit dan zoo men Noack en Rosenkranz saamvoegt, en beiden vergelijkt met

de Theologie uitgeoefend

,

,

Erhardt. Ter goeder ure heeft de speculatieve philosophie, zoowel

van Schelling

van Hegel, de Theologie losgemaakt van het

als

kerkelijk-empiristisch standpunt, waarheen ze door de volgelingen van

Schleiermacher

meer gedrongen werd

al

de consequentie lag van Kant's

,,

;

en waarin eigenlijk slechts

statutarische Religion". Uit deze

smaadheid hief de speculatieve Theologie haar op, door ze weer

met de absolute waarheid zelve in verband te zetten. Theologie had niet alleen een kerkelijk maar ook een absoluut karakter, en dit ,

kon

karakter

niet

uitkomen,

de Christelijke belijdenis zelve

tenzij

Toch liep de school missen, omdat zijzelve

wetenschappelijk als waarheid gehandhaafd werd.

van Schelling gevaar

dit

de waarheid losmaakte ineen

liet

vloeien. Dit

daarom

doel

te

het begrip en met de gewaarwording

uit

nu leidde

uit

het intellectueel bewustzijn terug

naar het gevoel en de mystieke contemplatie, gelijk reeds

tot

als

obiect

archetypische,

doende

Daub

op zekere hoogte het geval was. Daarom was het een

wezenlijke verdienste van Hegel dat

weer

dit bij

kwam

zij

aanwees,

hij

vooral daar

aan de Theologie God hij

hierbij

zelt

uitging van de

het ook nog benevelde, zelfkennisse Gods. Zoo-

de Theologie

uit

haar mystieke slingeringen weer

op haar voeten terecht, en kon door de waarde, het begrip hechtte, haar scholastieke lijn voortzetten.

die

Hegel aan

Doch hoeveel

hiermee ook formeel gewonnen was, toch ging hiermee het verre

van denkbeeldig gevaar gepaard

,

dat het transcendentale en positief-

concrete der Christelijke religie onder de critiek der Idee zou komen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen