Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 164

Afd.

156

Kerkhistorie

,

Hfst.

2.

de

historieschrijvers

memor

verwijst

van Eusebius

moet echter critisch at

met de Patrologie, en het Kerkrecht.

Patristiek

Voor de Kerkhistorie zijn.

interim eo

ANDREAS HYPERIUS.

§ 67.

III.

tot

de

hij

leerlingen

Hermannus

De lectuur

„Legeigiturscriptorem quicumqueobvenerit,

summe

abs te

omnium

contendere, ut

torum factorumque examen separatim

dic-

De

ipse instituas" (p. 537).

behandeling der Kerkhistorie moet chronologisch

men

naar de oude

Contractus.

zijn

,

zoo

zelfs

dat

van elk geschrift der Patres rekenschap moet geven, in welk jaar in welke omgeving en naar aanleiding van welk geschil zich

,

,

geschreven

het

De

wierd.

scherp te onderscheiden

maar ook op de lijdenis,

538

in

is

van de kerkelijke

de kerkelijke acht te geven

lotgevallen der ecclesiae particulares

niet

,

— 41).

op haar be-

Vooral aan de oudere kerken moet de aandachtvan

om

keurig te leeren kennen

haar bestaanswijze en levenswijze nauw-

(p.

543)

;

voor het verschil, dat

blijve

zoo echter dat steeds het oog uit

en tijden voortvloeit, opdat

streken

,

haar eeredienst, haar levensusantie en vorm van regeering

den historicus gewijd,

open

en

,

historie

op de groote gebeurtenissen, die de geheele Kerk aangaan,

alleen

(P«

politieke

het onderscheid van land-

men

vermenge wat

niet

niet

saamhoort.

Voor

het Kerkrecht zoekt

studeering

van

Synoden, en

in

de

Decreta

hij

en

zijn

voornaamste kracht

heilig

de be-

Canones der oude Conciliën en

de responsa, door bevoegde deskundigen over

van ondergeschikte vraagstukken gegeven

Gods

in

Woord

(p.

563);

,

tal

mits steeds getoetst aan

met behoorlijke

uitschifting

van het

politieke gedeelte

„de formis iudiciorum de mancipiis, de testamentis

et similibus" (p.

571); en

riteit,,

die

,

met

critische onderscheiding

van de auto-

aan de onderscheidene Conciliën toekomt. Toch wil

hij

wel terdege, dat ook het canonieke recht, met insluiting van het

Decretum Gratiani,

Er moet ook een dene geschriften

,

zal

beoefend worden.

afzonderlijke studie die in

Doch

hij

is

niet

genoeg.

gemaakt van de onderschei-

den loop der eeuwen over de plichten der

Dienaren, der Opzieners en der Diakenen het waarbij

dit

licht

zagen

tevens de Liturgische studie ter sprake brengt

(p. (p.

619),

631)

op dringende dat de vrijheid der onderscheidene Kerken punt gehandhaafd blijve.

er

zeer

op

dit

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen