Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 232

Afd

224

Hfst UI- §

-

door meerdere bekendheid

van

dien

Primae ductae

dat het den

studioritm

in

Encyclopaediae

lincae

SAMUEL MURSINNA.

de

naam van

plaats

Toch hechte men aan deze

in

De

titel

luidde:

usum praelectiomim

in dezelfde stad in het jaar

benaming

juistere

veel,

niet te

Mursinna bijna geheel denzelfden inhoud,

geeft

feitelijk

Encyclopaedie voor

stelde.

Theologicae

en verscheen ten tweeden male

,

1784.

want

ratio

,

8l.

1764 verscheen, verwierf vooral daar-

te Halle in

uitgave

eerste

2

-

de vroegere rationes studiorum boden

,

en

is

die

elke Encyclopaedisch-

organische gedachte aan zijn geschrift vreemd. Feitelijk levert ook

Mursinna

niets

anders dan een korte

de onderscheidene

in

disciplinae,

eenig belang kunnen zijn

,

zeer oppervlakkige inleiding

,

die

voor den Godgeleerde van

en verreweg de grootste ruimte van

zijn,

390 bladzijden bevattend, werk wordt ingenomen door een opsomming van de litteratuur dezer vakken. Voetius' Bibliotlieca is het model waarnaar nog altoos gewerkt wordt maar de Theologie is ,

,

minder diep opgevat in

is

,

en reeds meer de Rationalist dan de Theoloog

Mursinna's Encyclopaedie aan het woord. Zijn professoraat

aan de Academie

te

Halle

wekke dan ook

niet

den indruk, alsof hij

nog, evenals Gaussen en Werenfels, den Gereformeerden leertypus

in

school van Spener zou vertegenwoordigen. Daargelaten enkele

de

klanken over

,,

piëtas" en

,,

virtutes Christianae"

,

is

Mursinna aan

het Piëtisme geheel afgestorven en in zijn hart puur rationalist.

Dit blijkt reeds aanstonds uit de verdeeling van zijn

de

390 bladzijden, die

zijn

Encyclopaedie groot

is,

stof.

Van

wijdt hij er

bijna 290 aan de propaedeutische studiën, en slechts even 100 aan

de eigenlijke Theologie.

met

veel

Ook

is

niet-Theologisch

zijn eerste,

,

deel

meer zorg en kennis van zaken bearbeid, waartegenover

de

sobere en oppervlakkige behandeling der Theologische vakken

een droeve figuur maakt. Zoo wijdt

30

teekent.

en

aan

de

ook geheel uitwendig en wordt op „Encyclopaediae Theologicae primae

vem

aan de Philosophie ruim

hij

Dogmatiek ternauwernood zeven. Dit Zijn opvatting van de Theologische Encyclopaedie is dan

bladzijden

blz.

7 aldus

linae.

.

.

door hem gegeven

complectuntur:

i.

:

Bre-

descriptionem et commendationem artium et scientiarum quae

cognitionem theologicam perficere possunt; in quavis disciplina tractanda

eum

2.

sequi et

Consilia et monita, quae

quem ordinem

servare

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen