Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 230
Deel een. Inleidend deel
; ,
Afd.
222
Hierbij
Sancti. als
Hfst.
2.
toch erkent
WERENFELS.
§ 80.
III.
zooverre het gezag der Kerk,
in
hij
deze door haar constante belijdenis van de H. Schrift eeuw aan
eeuw machtigen invloed oefent en „quasi index S. Scripturae est" bij komt, dat de Kerk te eeren is als „S. Scripturae ,
waar dan nog depositoria
custos
,
historicus
,
defensor, et lector"
169
(p.
—
criticus
,
,
praeco
,
interpres
custos
,
71).
Maar het meest hecht hij toch aan hetgeen wij zelf in de Schrift waarnemen en van haar hooren waar dan het Spiritus testimonium Sancti wel bij komt maar vooral niet als een testimonium proprium mag worden opgevat. Er mag slechts onder verstaan, dat de H. Geest ;
,
onze ratio verlicht en tot stelt (p.
179
de beslissing „si ratio id set?
— 182). bij
En nu
begrijpen en recht oordeelen
gevoelt
in staat
wel hoe hiermee eigenlijk toch
hij
,
maar dit wil hij dan ook want zegt hij, quaenam igitur in homine facultas quae id pos-
de Ratio
non potest,
Numquid
juist
blijft,
,
quam
aliud criteria divinitatis in Scriptura percipit,
facultas percipiendi
?
facultas ratiocinandi
numquid
aliud libri divinitatem in se collegit
,
nisi
Atqui triplex haec facultas Ratio appellatur".
?
Met het bloote oog kunt ge de wachters van Saturnus niet zien wel als uw oog met een telescoop gewapend is. En zoo is het ook hier. De Rede zonder meer ziet het niet maar als God u verlicht ziet toch ;
,
uw
Hiermee nu behoefde W. nog op
,
Ratio, en beslist of de Schrift
al
dan
niet goddelijk
slechts ééne schrede te
Wie
rationalistisch terrein over te stappen.
monium zich
Spiritus Sancti niet
bepaalt
tot
de
met het geloof
illuminatio
als
caecutientis
het noemt, mist den maatstaf, waardoor
toch
(p. 185).
om
doen, het
bij
testi-
wortel rekent maar ,
rationis,
gelijk
zou
in staat
hij
is
hij
zijn,
om
de verlichting der rede door gewone ontwikkeling en de verlichting der. rede door den H. Geest te onderscheiden. Dat Werenfels voor deze laatste schrede bewaard bleef, dankt listischen geest. Hij alle
clericale
was
in
hoogheid; en
het Christenvolk
om
in
den waren
kwam
de zake der
,
I.
p.
1—40),
zijn anti-clerica-
volksman gekant tegen ;
religie
hij elk
meê
recht
te spreken. ,
om
Aan
de consciëntie
kwam op voor hztplebis iudiciicm de Dogmatibus
Jidei, en bestreed de Doctores die
(Vol.
aan
dapper op voor het recht van
clerus en magistraat beiden betwistte te beheerschen. Hij
zin
hij
ja,
dit
aan het volk ontnemen wilden
bestreed even moedig de poging van den
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's