Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 80
Deel een. Inleidend deel
.
Afd.
72
2.
Dit saamvattende
om
front
komen we dus
tot het resultaat
maken tegenover de heidensche
te
van de H.
tot beter verstand hij
§ 45. CASSIODORUS.
III.
,
dat Cassiodorus
belang van wetens chapgelijk theologische studie inzag, deels
hoog
het
,
Hfst.
geleerden, deels
om
Schrift te geraken. Hiertoe ontwikkelt
een theologisch leerplan, dat op ordelijke wijze Critiek, Her-
meneutiek, Exegese, Dogmatiek sluit.
,
Historie, en studie der realia in zich
Als voorbereidend voor deze studie vraagt
hij
een degelijk zich
oefenen in wat destijds de gewone classieke studiën waren. Genetisch
verband de
echter tusschen deze beide niet, dan in zoo verre
ziet hij
studie als hulpstudie bruikbaar
classieke
onderzoek
zal
leeren,
hoe de kiemen van
quam
in litteris sacris
tam-
perfectaeque sapientiae ubique reperis esse
in origine generalis
diffusam).Iets
deze wetenschappen
al
eam
reeds in de H. Schrift inliggen (quando
en dieper Schrift-
is,
wat blijkbaar een nagalm
is
van de traditie der Grieksche
vaderen, dat de groote Grieksche wijsgeeren veel van hun wijsheid aan
Mozes en Salomo ontleend hebben. De ethiek behandelt Cassiodorus niet
afzonderlijk.
zijn
monniken
overgaande
Deze vat
in
(lib.
1.
zoo ze niet wortelt
nog opgemerkt Hebraïsmen
,
in
hij
meer practisch op, en drukt het
roerende taal, § 33), in
later
zelfs in
op het hart, hoe
een keurig gebed
alle studie tot niets nut,
de vreeze des Heeren. Hierbij
zij
ten slotte
dat Cassiodorus, die geen Hebreeuwsch kende, de
Latijnsche overzetting uit een soort heilige of
de
goddelijke grammatica verklaart, die op allerlei punten afwijkt van de
gewone. „Imprimis
igitur idiomata scripturae divinae nulla
praesump-
communem quae
dicta sunt,
tione temeretis, ne
trahere cupitis (quod
Regulas
igitur
cum ad
intellectum
,
coelestium verborum puritas dissipetur.
absit),
elocutionum latinarum,
id est,
Quadrigam
.
Messii,
omnimodo non sequaris Expedit enim interdum praetermittere humanarum formulas dictionum et divini magis eloquii custodire .
mensuram." yoor talen
hem
(lib.
1.
.
.
§ 15). Hieruit toch blijkt, dat deze
niet uit het verschil
vloeiden,
maar
als
schappen der menschelijke
Hebraïsmen
van twee verschillende menschelijke
een goddelijk taaieigen tegen de eigentaal o verstonden
;
iets
waarmee encyclo-
paedisch het wetenschappelijk karakter der Theologie
Over het algemeen wordt het dualisme tusschen het Heidensche (de paganitas) door
hem
te absoluut
is
opgeheven.
Christelijke en
genomen, zooals
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's