Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 194

,

Afd.

186

Hfst.

2.

III.

JOHANN GERHARD.

§ 74.

den Theoloog aanwezig gedacht

is

,

ze een „habitus eèvboToq

(sic)

per

Verbum a Spiritu Sancto homini collatus quo non solum in divinorum mysteriorum cognitione per mentis illuminationem instruitur, ,

quae

ut

intelligit

traducat

riter

afïectum cordis et executionem operis saluta-

sed etiam aptus et expeditus redditur de divinis

,

ac via salutis

mysteriis

a

in

vindicandi, ut homines fide vera et

corruptelis contradicentium

regnum coelorum perducantur"

bonis operibus rutilantes ad

komt

Alles

Gerhard

er dus bij

ac coelestem veritatem

informandi,

alios

der Theologie vast te leggen, en valsching. Alle theologia vera

illis

slechts te

op aan

,

om

(p. 7).

het principium

bewaren tegen vermenging of ver-

komt, zoo argumenteert

hij

,

van God,

eene „sapientia divina sive notitia rerum divinarum hominibus

en

is

in

hac vita a Deo communicata"

naturae

Deze

per lumen

of

accensum

gratiae in verbo revelato

,

(p.

de ééne principalis, de andere instrumentalis. Zoo alle

ware Theologie God

Verbum

instrumentalis voor den zondaar het in

4).

,

de causa principalis van

Dei èn

en dat wel of per lumen

3),

Theologie de bovennatuurlijke heeft dus tweeërlei causa

laatste

efficiens,

(p.

den Christus èn

in

Dei.

is

dan

en de causa

zelf,

Nu

is

dit

Verbum

de Schrift. Hij wijst hierbij op de

analogie, dat ook wij

menschen onderscheiden tusschen een woord

dat in onzen geest

zonder uitgesproken

na

dat,

mondeling,

hetzij

internum

i.

Dit

;

et

te zijn,

ook

te zijn,

naar buiten treedt.

cuius

en een woord,

in het

imaginem homo

En

woord,

hetzij

zoo nu ook,

factus est, duplex

aeternum, quod ex eius substantia ab omni

genitum quo ipso a verbo hominis longissimo intervallo

aeternitate est

distinguitur

schriftelijk

God, „ad

zegt hij, heeft

Verbum

is,

onzen geest geweest

in

en

20.

externum, quo

Verbum externum

tempore homines a^quita^'.

in

onderscheidt

dan weer zoo, dat God den

hij

ménsch kan toespreken, „turn per afflatum sive inspirationem intereumque vel immediate per sermonem externum turn nam en dit laatste wederom of „per angelos et homines vel mediate" .

.

,

.

;

suos praecones et ministros prolatum

quod vocatur Verbum Dei scriptum

Toch vorm

blijft

van

van God,

het

onder

alle

mededeeling of

wil

men

,

vel in Scripturas

redactum

sive Scriptura Sacra" (p. (4^).

deze onderscheidingen, die slechts den betreffen

zijn

,

één

„Consilium

de

en

hetzelfde

salute

nostra,

Woord quod

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen