Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 403

Afd.

ook

Hfst.

2.

de indeeling tot haar recht

in

§ 124. RaBIGER.

III.

te

395

doen komen. Geheel deze indeeling

weinig meer dan een looper, die imitatis mutandis op elke posi-

toch

is

tieve

wetenschap kan worden toegepast; en ook Rabiger

in

er niet

geslaagd de fouten te mijden waartoe zulk een onbruikbare indee,

Zoo

bijna noodzaakt.

ling

deze onderverdeeling: §

meneutiek; §

is

§

inleiding en indeeling

1.

Linguïstiek;

Bijbelsche

3.

Joodsche oudheidkunde; §

5.

van de exegetische Theologie

geeft hij

§ 2. Bijbelsche

;

Her-

Bijbelsche critiek;

§ 4.

Joodsche geschiedenis; §7.

6.

Bij-

Exegetiek; § 9. Bijbelsche Theologie als § Religionsgeschichte en in § 10. Die drei Theile der Theologischen belsche

Isagogiek;

8.

;

dem Leben

mit

Religionsgeschichte

Jesu.

nu

Dit

geen exege-

is

tische Theologie, maar een blijkbare vermenging van exegetische

en historische vakken

waardoor aan de tweede rubriek der

,

rische Theologie haar wortel

Kerk

incidenteel

wordt afgesneden

met een nieuwe

liek

ook de

historie der

histo-

de Christelijke

historie te laten optreden.

In zijn aldus verminkte historische Theologie

kerkhistorie

,

om

neemt

hij

dan met de

Dogmatische ontwikkeling, de Symbo-

de Patristiek en de Statistiek op zonder te beseffen dat de Sym,

,

boliek

,

ook een

zeer zeker

,

historie heeft

,

maar behalve

dit historisch

belang , ook blijvende beteekenis bezit voor de Dogmatische ontwikkeling. In zijn systematisch deel coördineert hij

gion

",

die

nu natuurlijk

historische Theologie

schoven

als

i.

niet uit het resultaat der exegetische

die

hij

;

en daarna

bevreemding wekt de

als

zit

didactische,

,

,

,

en

wordt ge-

komen dan de Dogmatiek en

dan ook nog

Ecclesiastiek

Organisationslehre

Cultuswïssenschaft

in

,

philosophisch vak

Kirchliche

die Theorie der Reli-

wordt afgeleid maar, hiertusschen

de Ethiek. Het meeste systeem Theologie,

,,

in zijn practische

opvat, en die

2.

Cultuslehre,

hij 3

.

indeelt in

Kirchliche

en 4 Kirchliche Didactik waarbij het alleen dat de Homiletiek en de Catechetiek niet onder ;

.

maar onder de

waar toch met name

bij

Cultusvakken

zijn

opgenomen,

de Catechetiek moeilijk valt

in te zien,

welk element van cultus hierin ter sprake zou komen.

Het standpunt door Rabiger ingenomen wordt bepaald door streven,

zijn

om het subiectieve element van Schleiermacher's Gefühls- theo-

logie te verbinden

met het betrekkelijk recht der speculatieveTheologie,

en aan de Theologie zeker positief karakter

te laten. Hij

geraakt hiertoe

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen