Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 492

,

Afd.

484

Hfst.

2.

§ 142. CONCLUSIE.

III.

Het absolute en het historische moge men speculatief pogen te identificeren, maar hiermee is de tegenstrijdigheid nog niet opgeheven, die het ideaal-blijvende (to yt,kvov) van het in proces stuit.

zich ontwikkelende

streeks

Theologie

zoowel voor wat haar centrum

,

Wat

terug.

gaat,

ontwikkelende historisch

petrefact;

maar ook,

haar heur

daarom

altoos

voordoen echter

Hierbij

en

zijn

al blijkt

het

om

,

wel

dat

ook

;

constructie

nistische

verwaarloost

op gericht

doen komen,

beide

ze

beide

verhouding, waarin ze zich

dan ten

slotte

als

zoomin

boven

te

gaat.

zoodanig op den voorgrond plaatse,

uit

,

om omgekeerd

het

als in

uit

het

het historische tot het absolute op te klimmen.

causaliteitswet eischt een catena

hier

mo-

dat een zuiver

,

van ons denken

en niet de altoos mislukkende poging wage, tot het zijn

dan ontglipt

Haar streven moet er elementen tot hun recht

zich.

het gebiedend noodzakelijk, dat ze het geopen-

is

baarde waar heidselement

worden

dit

en wordt

abstracte

ze dit absolute,

in die

bereik

nu de Theologie

het

in

en vervluchtigt ze

obiect

het absolute, en dit

is

Veronachtzaamt

verloopt

zoo

de

anders dan in een zich historisch

nooit

openbaring.

element,

in

haar peripherie aan-

als

geloof grijpen wil

het

openbaart zich

absolute

De

en het

geschoven, maar niet opgelost wordt, keert nu ook

zij

te

God

en door het Pantheïsme wel

in alle creatuur voortvloeit,

relatieve

op

onderscheidt. Deze tegenstelling, die recht-

(p peT)

tegenstelling tusschen het absolute in

de

uit

causarum

in infinitum

dusgenaamd cosmologisch bewijs

,

,

en kan

ooit tot een

causa absoluta concludeeren. Alleen indien er geopenbaarde waarheid

is

die niet als resultaat

,

van onze constructie maar ,

van Goddelijke mededeeling vaststaat, gangspunt, van

bezit

als

vrucht

de Theologie het

uit-

kan beoordeelen en aan-

waaruit ze het historische

wenden. Elke poging,

om

Christelijke religie te zal

zoeken

,

zal

in het fait Chrétien

,

in

te

plaats

kiezen. in

religie

,

of

wat ook

,

weer den hoogen moed moeten grijpen

obiect

de

derhalve moeten worden opgegeven en de Theologie

maar God zelven die

,

het voorwerp der Theologie in de Kerk, in de

,

in zijn

Alleen

Naam,

zóó

zal

d.

i.

,

om

niet

den Godsdienst,

zijn cognitio revelata

,

tot

ze dan ook aan de H. Schrift

haar constructie kunnen toekennen, die ze in het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen