De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 93
benevens het Kort Begrip der Christelijke Religie
H00FD3T. G
Daar
11, 12).
:
eeuwigen
ten
Hem
I.
VERWKRPINGE DER DWALINQEN.
79
geloofden zoo velen, als er verordineerd waren (Hand 13 48). Hij heeft ons uitverkoren in
leven
:
opdat wij heilig zouden zijn (Efez. 1 4). Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren (Joh 15 16). Indien het door genade is, zoo is het niet meer uit de werken (Roni. 11 6). maar dat Hierin is de liefde niet dat wij God liefgehad hebben Hij ons lief heeft gehad, en zijnen Zoon gezonden heeft (1 Joh. 4 :
,
•
:
,
VS.
,
10).
VI.
Die leeren
anderlijk is,
maar
:
))dat
dat
niet alle Verkiezinge ter zaligheid onver-
sommige uitverkorenen, niettegenstaande eenig
Gods, kunnen verloren gaan en ook eeuwig verloren gaan." Met welke grove dwaling zij God veran-lerlijk maken en stooteri
besluit
—
om den troost der godzaligen, dien zij scheppen uit de vastigheid van hunne verkiezing, en wederspreken de Heilige Schriftuur welke ,
de uitverkorenen niet kunnen verleid worden (Malth. 24 24); dat Christus degenen, die Hem van zijnen Vader gegeven zijn, niet verliest (Joh. 6 39), en dat God, die Hij tevoren verordineerd, geroepen en gerechtvaardigd heeft , dezelven ook heeft verheerlijkt (Rom. 8 30). VII. Die leeren: «dat er in dit leven geene vrucht, noch geen gevoel is van de onveranderlijke Verkiezing ter heerlijkheid; ook geene zekerheid, dan die hangt aan eene veranderlijke en onzekere Want behalve dat het ongerijmd is tes'eiieneene voorwaarde." onzekere zekerheid, zoo strijdt dit ook tegen de beviiding der heiligen die uit het gevoel van hunne verkiezing zich met den Apostel verheugen en deze weldaad Gods roemen (Efez. 1) die volgens Christus' vermaning zich met de discipelen verblijden, dat hunne namen in den Hemel geschreven zijn (Luk. 10 20); die ook het gevoel van hunne verkiezing stellen tegen de vurige pijlen van de aanvechtingen dis duivels, vrngende ^Vie zal heschxddiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods ? (Rom. 8 33). VIII. Die leeren : »dat God niemand uit zijnen louter rechtvaardigen wil besloten heeft in den val van Adam en in den gemeenen stand der zonde en verdoemenis te laten, of in de mededeeling van de genade, die tot het geloof en de bekeering noodig is, voorbij te gaan; want dit sta^t vast: Hij ontfermt zich; diens Hij wil, en verhardt dien Hij wil (Rom. 9 18); en ook dit: Het is u gegeven de voborgcnhcdcn van het koni)ikrijk der hemelen te leert,
dat
:
:
:
—
,
;
:
:
:
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's