GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 84

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 84

Deel een. Inleidend deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Afd.

j6

wel

Hfst.

2.

handboeken

als

III.

voor

HRABANUS MAURUS.

§ 47.

bestemd, maar zeggen ons

zijn clerici

toch minder van zijn encyclopaedische opvatting. Die moet hoofdzake-

gekend

lijk

heeft

Libri III de institutione clericorum. Dit werk nu

uit zijn

Hrabanus zóó ingedeeld

dat

,

eerste over de personen der clerici

en

heiligdom,

het

,

onderscheidenlijk handelt ten

ten tweede over

hun

dienst in

derde over hun theologische studie. Reeds

ten

dat Hrabanus aan de wetenschap geen zelfstandig karakter

dit toont,

maar

toekent,

hij

uitgaat van het feitelijk bestaan der

Kerk met haar amb-

ten en inrichtingen en diensten, en alsnu de theologische studie invoert, als

hulpmiddel

om

voor dien dienst

van het Seminarie, nog

niet

bekwamen. Het

te

de studie

in

is

de studie

den tempel der wetenschap.

Hij treedt dan ook minder op als zelfstandig denker, dan wel als

orgaan der kerkelijke aan

Haistulph:

,,

en zegt uitdrukkelijk in

traditie,

Confido

omnibus tenuerim, nee per

quod fidem

et

me

me

quasi ex

zijn

opdracht

sensum Catholicum ea protuli

,

in

sed auctori-

Maiorum, per omnia illorum

vestigia sum secutus: Ambrosium Hieronymum Augustinum, Gregorium, Joannem Damascenum, Cassiodorum atque Isidorum." {Max. Bibl. Patr. Tom. X p. 561). Feitelijk volgt hij

innitens

tati

Cyprianum

dan ook

dico atque Hilarium,

,

,

twee eerste boeken het werk de Ecclesiasticis

in zijn

van Isidorus bijna op den voet, en toont zich een trouw volgeling van

Toch

Augustinus

in

officiis

in het

derde boek

zijn doctrina

Christiana.

lag juist in die toevoeging van dit derde boek iets degelijks.

Hij had er geen vrede litturgen

waren

,

ze

meê

,

moesten

dat zijn

clerici

goede canonici en goede

óók theologen

zijn

;

en het drukte

van stonden aan op de Germaansche geestelijkheid een hooger stemdat Hrabanus, niet gelijk Isidorus de kerkelijke vorming als

pel,

desnoods voldoende beschouwde, maar op Augustinus terugging,

om

de theologische studie, formeel althans,

terug

te

leiden.

voorrede:

,,

Tertius

libris

scripta

et ea

quae

utilia

sunt".

hij

de

studiën

sunt,

dit

liber

derde edocet,

investiganda

boek

het classieke spoor

in

zegt

hij

dan ook

quomodo omnia quae sunt

atque

discenda;

in zijn

in divinis

nee non

in gentilium studiis et artibus ecclesiastico viro scrutari (p.

560)

Een standpunt, waaruit

blijkt,

hoe scherp

weer trok tusschen de theologische en letterkundige hoe de theologische studiën zich voor hem concentreerden

lijn ,

Van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 84

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's