Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 428

Afd.

4 20

Dienvolgens gaat in

Hfst.

2.

hij

§ 131. GRÉTILLAT.

III.

den oorsprong van het Christendom na

eerst

de H. Schrift, en poogt daarna uiteen te zetten welken waarSchrift en dus de Christelijke religie ons biedt.

deze

heidsinhoud

daarna komt dan de vraag, hoe deze Christelijke

En

nam

verloop

toekomst

om

en wat gedaan moet

dus

waarborgen. Juist

te

haar

religie

haar vrijen loop ook

de

in

het tegenovergestelde als bij

een uiteenzetting van de

Drummond. Hier geen onderzoek naar

waarheid; maar het onderzoek naar en de uiteenzetting van een Plaatst

verschijnsel.

historisch

men

zich

nu evenwel op

dit o.

i.

onhoudbare standpunt dan zouden we toch nog aan Dr. Daubanton's ,

methode de voorkeur geven. Immers

methode van

Grétillat,

Christelijke

volgen

een empirisch ver-

religie

om te

eer ik het ga beoordeelen.

,

alleen de Schrift, als

eerst

De

oorkonde

bespreken, dan de dogmatiek

te laten

en eerst daarna de Kerkgeschiedenis aan de orde te laten

,

komen

ik

,

van geheel het obiect voorafgaan der

als

onderzoeken en beschrijven dan moet de kennisneming

schijnsel wil

voor de empirische school onhoudbaar. Evenwel

is

,

dit

pad

moet men wel, met Schleiermacher, èn de Schrift èn de Kerkhistorie èn de Dogmatiek saam nemen als de drie elementen inslaande,

van het empirisch onderzoek.

daarom i.

en

Théologie

zijn

Propédeutique; 3

.

dan ook deze leemte zeer goed ingezien, en

zelf heeft

Grétillat

2.

ingedeeld

systématique

exposé systématique de

rapport du dogmaticien a

la

in

deelen:

drie

donnée Chrétienne;

la collectivité ecclésiastique et

a

sa propre subjectivité (p. 245); terwijl hij dan deze propédeutique

weer indeelt tique, en 3

in drie .

hoofdstukken:

Canonique. Hieruit

tevredenstelt

met een

wel

de

terdege

Methodologie,

i.

blijkt

dus dat Grétillat

het

van

waarheid

innerlijke

theologisch

onderzoek

woord wetenschappelijk Chrétien

in

Chrétien

uit

zijn

de

van deze H. Schrift -

onderzoek

te

is

;

apologetiek

H.

zelf zich niet

maar met de

historisch verschijnsel te onderzoeken

absolute waarheid identifieert. Dit noopt

dat

Apologé-

2.

Schrift in zijn

in

,

den deugdelijken

om

daarna te

dit verschijnsel

hem dus om aan

leveren;

een

en

te toonen,

zin

verification

om,

,

wijl

van het

du fait dit

fait

gekend wordt, het canoniek gezag partie canonique aan een nauwkeurig

onderwerpen. Dit nu

is

uitstekend,

maar hoort

niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen