Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 225
MARIA
V.AN
213
JERUZALEM.
bouw. Ze had eerst in een van de tempelzalen vergaderd maar nu kon dit natuurlijk niet meer, want Herodes woedde booselijk. En toen had Maria de deur van haar huis ontsloten haar groote zaal gereed gemaakt; en daar is toen de gemeente van Christus •saamgekomen om zich te sterken in den geloove, en ook nu, om voor den gevangen Petrus te bidden. ;
;
Vraag u nu even af, in hoeveel groote huizen thans vaak zeer groote vertrekken leeg staan, terwijl allerlei Christelijke vereenigingen en samenkomsten in onze groote steden dikwijls de pijnlijkste moeite hebben, om een bruikbaar lokaal te vinden. En wie denkt er thans aan, om, als Maria, zijn eigen huis te ontsluiten, en den Christenbroeders of zusters een der zalen van Niet te verhuren, maar aan te bieden. zijn eigen huis aan te bieden Aan te bieden niet als een weldaad, maar als een genot dat gij zelf smaakt, van alzoo de ongebruikte zaal te stellen in den dienst van uw Heere. !
Dan
men
huisversiering te kostbaar, ze aan zulk een ontreddering te wagen. En als men dan zijn zalen leeg laat staan, en een drie gulden per jaar geeft om zulk eene vereeniging te steunen, acht menig Christen in onze dagen zich reeds aan een exces in barmharzijn
vindt
tapijten
tigheid te
Vooral uit
huis
terblijven,
en
zijn
huis te deftig,
meubelen
te
zijn
sierlijk,
om
hebben schuldig gemaakt. voor weduwen, die na den dood van haar man, en het gaan van haar kinderen, in een groot huis eenzaam achspreekt daarom het schoone voorbeeld van Maria zoo
sterk.
Wat doen ze met die groote huizen, en in onbewoonde vertrekken en holle, doode zalen'? Kon
die huizen
met
die
er niet in die doodsche stilte leven, in die holheid bezieling
worden aangebracht, zoo men zijn huis ontsloot voor samenkomsten in het gebed, voor samenkomsten met het oog op allerlei Christelijke werkzaamheid? En hoe heerlijk zou het dan niet zijn, als de doodsche stilte werd afgebroken door vriendelijk orgelgeklank, waarbij de stem der zangers het psalmlied ruischen deed.
En nu zeggen we ook nu
zijn
er
niet,
dat dit thans nooit geschiedt.
nog wel broeders en zusters met name
God te
zij
lof,
noemen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's