Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 255
243
EUODIA EN SYNTYCHE.
op te treden, en die op vrouwelijke wijze geholpen hadden, de kerk te Philippi tot openbaring te brengen. En dit was geen vlaag van een oogenblikkelijke opwelling geweest. Integendeel, ze waren er werkzaam gebleven, ook toen de kerk en toen eerst Clemens, en later anderen aan reeds gevestigd was het hoofd van deze bloeiende kerk kwamen, waren deze beide vrouwen steeds voortgegaan in heiligen ijver, en hadden haar kracht aan den bloei der kerk gewijd.
actief
om
;
Doch
helaas,
in
zoo schoone
vrucht
kwam
ten leste een
worm-
steek.
Euodia en Syntyche kregen ten leste geschil, en dit was natuurvoor de kerk allerverderfelijkst. Daar juichte de vijand in, en daarover treurde de gemeente. Waai'om ze geschil kregen, vermeldt Paulus niet. Of het was, dat de ééne op de andere naijverig werd? Of de ééne het werk op een andere wijze wilde inrichten dan de andere? Of omdat Euodia op Syntyche's terrein was gekomen? Of omdat Syntyche meer vrucht op haar werk zag dan Euodia? Uit te maken is dit nooit. Maar in elk geval, het was Kain en Abel geworden. En de gemeentearbeid lag verlamd. Eu de voortgang van het Evangelie leed schade. En wat doet Paulus nu? Haalt hij de schouders op, en vindt hij het wel pijnlijk, maar om toch deze rusie tusschen die twee vrouwen maar stil heur gang te laten gaan ? lijk
O, in het minst niet. Zulk een twistappel mag niet in het midden der gemeente blijven liggen. Dat onteert den naam des Heeren. Dat smaadt Gods kei'k. Dat deed Euodia en Syntyche in genade verachteren. En omdat bij geschil tusschen twee zoo invloedrijke vrouwen, allicht deze voor de eene en gene voor de ander partij trekt, zou het de genade Gods, zou het zijn zegen voor de gemeente rooven, en een ban op haar leggen.
En daarom schrijft Paulus Met dat getwist tusschen Euodia en Syntyche moet het uit zijn. Dat mag niet langer geduld. Omdat ze beide gekocht en van éénen Heere zijn, moeten ze in Christus ook eensgezind wezen. En herinner u nu, wat hij tegelijkertijd, nog zonder deze vrouwen te noemen, in dezen zelfden brief betuigd had „Indien er dan eenige :
:
vertroosting is in Christus, indien er eenige troost is der liefde, indien er eenige gemeenschap is des Geestes, indien er eenige inner-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's