Briefwisseling tusschen A. Kuyper en Charles Boissevain - pagina 26

,

22 1 Januari 1890; en voor den tijd, die voorafging, kun dus slechts bewijzen, dat, volgens later en heter inzij

den nen

van de geestelij Jcc besturen zelf, zullv een optreden in 1886 geenzins gewettigd was. Ja, ook zelfs de auteurs en de medehelpers van dat optreden waren daarvan zei ven zoo geheel overtuigd, dat zij in 1887, toen dr. Rutgers zijn beheer overdroeg, de aanzienlijke kosten die de door ons gelaste bewaking der kerkelijke gebouwen in het jaar 1886 geëischt had (ruim ƒ2800), niet voor onze rekening lieten, maar uit de kerkekas betaalden en dat nota bene met insluiting van de kosten die gemaakt waren om de door het class. bestuur aangebrachte bepantsering van de deur der kerkvoogdenkamer weg te nemen. Een offer, dat zeer zeker niet gebracht werd uit afkeer van processen, of uit vriendelijkheid jegens de arme „doleerenden" want lioeveel processen begon men van die maar uitsluitend uit de zekerheid dat het zijde wel niet class. bestuur met zijne medehelpers niet de minste kans had om bij eenige rechtbank tegenover de kerkmeesters te zicht

,

;

;

,

!

,

worden in het

gelijk gesteld.

Inderdaad is hun optreden in de Nieuwe Kerk in Jan. 1886 dan ook zoo min toen als later door één rechtsgeleerde verdedigd. Zelfs mr. J. A. Levy, die hi den loop van dit jaar ter beantwoording van de bovengenoemde Rechtsgeleerde Adviezen, zich beijverde om het class. bestuur schoon te wasschen, heeft in de 42 bladz van zijne daartoe strekkende brochure dit cardinale punt, waardoor geheel het ganschelijk karakter van ons optreden beheerscht werd Zijn cliënt, het Class. Bestuur was door belaten rusten kwame en ernstige mannen openlijk beschuldigd van geweld en onrecht. En toch heeft ook hij toen (hetgeen hem zeker wat inderdaad vertot eer strekt) alleen datgene verdedigd dedigen kon. Veel en velerlei; maar niets va.n hetgeen het Class. BeMuur in zake het kerkelijk helieer gedaan had. ,

,

Doch neem nu eens aan dat gij alleen onder allen er metterdaad nog iets op vondt, om het Class. Bestuur te verontschuldigen zooveel blijkt dan toch zonneklaar uit al het boven aangevoerde ook voor u, dat onze daad oj) 6 Januari 1886 ons geïnspireerd werd door ambtelijk plichtsgevoel, ook al ware het, dat we ons nms W2'ic?i.s in de geldigheid van onze qualiteit vergisten. Gij wist dat mr. Heineken onze zaak in handen had, en bovendien wist gij dat twee bekwame rechtsgeleerden de h.h. jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman en mr. Th. Heemskerk ons van hun gewaardeerd advies dienden. ,

,

,

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen