Briefwisseling tusschen A. Kuyper en Charles Boissevain - pagina 23
:.
19
Eu
lui
maar
dr.
heeft zelf
moet go niet zeggen: „Ja, dat zegt gij nu wel, Vos zegt het toch heel anders." Immers dr. Vos op 9 December 1875, evenals wij, in het bijzijn
van
getuigen, verklaring
zijn
handteekening geplaatst onder deze
:
„Wij
ondergeteekenden
verklaren en beloven dat wij in hoedanigheid vau commissie tot het bestunr over de kerkgebouwen, goederen, fondsen en inkomsten der Nederdaitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam, al de eigendommen, fondsen en inkomsten aan die gemeente toebehoorende rechtvaardig en ten haren meesten nutte zullen helpen besturen en ons stipt zullen gedragen leden
,
,
der
,
naar de bepalingen voor deze Commissie vastgesteld en nooit eenigen stap zullen doen, waardoor zonder uitdrukkelijke toestemming der gemeente het beheer der goederen aan toezicht of regeling, hoegenaamd ook, van eenig hooger kerkelijk of politiek college zou
worden overgelaten,
tenzij
door de rechterlijke uitspraak gelast."
Versta nu wel, deze ambtelijke beloften heeft Dr. Vos ZELF afgelegd, ZOO GOED ALS WIJ, Tegenspraak is dus niet mogelijk. En nu vraag ik u, als man van eer en publicist: Indien gij, onder zulk een belofte, voor God en menschen afgelegd, op dat oogenblik kerkmeester in de Nieuwe Kerk waart geweest, zoudt gij dan uw belofte gehouden, of zoudt gij ze gebroken hebben? En indien gij ze niet mocht breken zoudt gij dan anders ,
hebben kunnen handelen dan wij deden, en zoudt ook gij u niet plichtshalve in het beheer hebben moeten handhaven ? Antwoordt gij hier nu op, dat dan toch het Classicaal Bestuur een gansch andere rechtsbeschouwing was toegedaan, en in 1886 het artikel, waarin die belofte was opgelegd, voor niet geldend verklaarde, dan sta hier tegenover 1. Dat de_ voorzitter en secretaris van het Classicaal Bestuur in 1875 oi kort daavivA zei ven deze belofte hadden afgelegd. 2. Dat ook andere leden van het Classicaal Bestuur in gelijk geval verkeerden, 3. Dat buiten het Classicaal Bestuur en zijne superieuren, alle deskundigen, die de zaak onderzocht' hebben, op dit jnmt, ons volkomen gelijk, en het classikaal bestuur volkomen ongelijk gaven.
Zoo (dien
schreef wijlen nn-, A. J. W. Farncombe Sanders zeker wel niet onder mijne geestverwanten zult
gij
rangschikken) in 20 en 21:
zijn
liechtsgeleerd' advies
van Mei 1886,
blz,
„Uit het bovenstaande volgt, dat
al wat door het class. bestuur, doende wat des verricht werd, van rechtswege nietig is, als gedaan door een onbevoegde macht; even nietig als een huwelijksakte opgemaakt door Cfu notaris, of een bevestiging van lidmaten verricht dooreen bnrgemeester.
kerkeraads
is,
.
„Wat te
het class. bestuur zelve betreft, het
heeft te goeder
.
.
trouw
,
en
meenende
doen wat zijn plicht was, eene reeks onwettige daden gepleegd, langer dau ze
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's
![Briefwisseling tusschen A. Kuyper en Charles Boissevain - pagina 23](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/briefwisseling-tusschen-a-kuyper-en-charles-boissevain/1898/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's