Briefwisseling tusschen A. Kuyper en Charles Boissevain - pagina 52

48 laten

openmaken en eenige predikanten eenige minuten

lang in de sneeuw

te laten staan." toch: „Eindelijk kan men, geheel de vraag ter zijde latende of het summum, jus in deze al dan niet aan uwe zijde was, alleen den modus quo behandelen en afkeuren als of ge recht hadt of niet dien in elk geval revolutionair en onzedelijk. Hadt ge nu maar eens, voordat ge naar de pen greept uw tegenstander de eer gedaan zijn antwoord van Juli te herlezen, dan zoudt ge er aan zijn lierinnerd, dat zijn blaam slechts in dezen laatsten zin

Ge

schrijft

—

—

,

gemeend was."

waar blijft dan nu uw conp d'étatf Maar goed, dan nu het publiek hierover oordeelen. Ik heb er óók mijn oordeel over, maar het harde luoord waarin ik dit oordeel zou moeten uitspreken, houd ik in Eilieve,

laat

de pen. Niet het mij

om te

te

alleen om recltt en eerherstel was die beide zijn mij door u geweigerd.

verbitteren,

doen, en

Yale tt.

KUYPER. Amsterdam,

8

November

1897.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen