GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 189

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 189

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BLOED VLOEIENDE VROUW.

of

ze

gebuwd was. Dat

alles

177

doet er ook niet toe. Hoofdzaak

is

maar, dat ze niet enkele maanden, maar jaren, twaalf volle jaren, op die droeve wijs haar levenskracht had zien wegvloeien. Ge kunt u dus voorstellen, hoe bleek, hoe uitgeput en vervallen die arme vrouw er moet hebben uitgezien; en wat geloofsenergie er voor zulk een zwakke vrouw toe behoorde, om zich op die wijs in het publiek gedrang te mengen. En toch, ze dorst niet naar Jezus gaan, en er openlijk over spreken. Schaamte weerhield haar. En zoo sloop ze ongemerkt achter Jezus aan, om, als het kon, even den zoom van zijn kleed aan te raken. En zie, op die wondere geloofsdaad, gaat er kracht van Jezus uit, dat Jezus het merkt; en op eens is de moedige vrouw genezen. De fontein van haar bloed was gestelpt.

Te wonderlijker was het geloof in die vrouw, na de wreede teleurdie ze al die jaren had opgedaan. Ze was toch eerst naar de medicijnraeesters gegaan. En dat moest ze wel, want ook de geneeskunde is een gave Gods aan de lijdende menschheid, die het ons past in lijden dankbaar aan te wenden. Maar evenals bij zoo menig andere gave, is ook die gave der geneeskunde een hoogst onvolkomene, en wordt ook zij zoo vaak met zonde gemengd. Niet alleen toch, dat die medicijnmeesters haar niet hadden kunstelling,

nen helpen, maar er staat bij, dat ze haar, o, zoo bitter deden lijden, dat haar kwaal eer erger dan beter onder hun handeling was geworden. En ook al kon dit hun misschien niet worden toegerekend, schuldig was het in elk geval, dat ze deze arme lijderesse zóó onmeedoogend hadden laten betalen, dat ten slotte alles wat ze eerst bezat naar de dokters was heengegaan, en ze niets, niets meer overhield, om door versterkende middelen haar uitgeput gestel op te houden. In ernste, het zou te begrijpen zijn geweest, indien diepe moedeloosheid het laatste vonkje van hoop in deze arme vrouw had uitgebluscht, en ze, machteloos in haar smart verzonken, zich morrend aan haar lot had overgegeven. Maar juist voor die vertwijfeling bewaarde haar het geloof, dat hooger genade in haar ziel had gewerkt. En zoo gaat ze naar Jezus, niet om een medicijn van Hem te vragen, niet om een breed verhaal van haar lijden te doen, maar alleen om Hem ongemerkt aan te raken. Want dat reeds, zoo spreekt het geloof in haar, dat reeds en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's

Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 189

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's