Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 220
208
CAIAPHAS' DIENSTMAAGD.
heen gegleden. Zij lachend, terwijl Petrus weende, bitterlijk weende in zijn diep berouw. Maar daarmede was haar zonde niet uitgedelgd, en is ook nu de zonde niet verzoend, die ook thans nog zoo vaak door praatachtige en beuzelzieke dienstboden begaan wordt. Dat praat er dan maar op toe. Dat lacht en ginnegapt. Dat heeft er lust aan, om iemand in verlegenheid te helpen. En als dat dan lukt, heeft men schik. Maar men denkt niet aan het zeer, waarmee men gekwetst heeft, noch aan de zonde, waarin men door zoo schuldig gepraat, evenals Petrus,
zoo-
nu nog
zijn
naaste vaak verwikkelt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's