Briefwisseling tusschen A. Kuyper en Charles Boissevain - pagina 36
.
!
:
32 Zie collega, uw eigen woorden doen ongezocht mij de gelegenheid aan de hand, waarlangs de opheldering, die nog eens mijn ware bedoeling duidelijk kan maken, zich thans beweegt. Gij maakt gebruik van het niet te loochenen feit, dat ons geldend recht, al staat het in den regel eigen richtiiig NIET toe nochtans directen eigen afweer van een onrechtpleger in een helaas nergens scherp afgebakenden kring van gevallen, waarin het onrecht blijkbaar en de nood drin,
gend
— —
!
niet verboden heeft. eischt elementaire eerbied voor het recht nu echter van ons, burgers, die juist uit liefde voor vrijheid, slaven der wet zijn? is
Wat
Dat wij zulk een onzekerheid der wet met verschooning behandelen. dat wij in de eerste plaats aan het groote beginsel indachtig, ons niet dadelijk de uitzondering veroorloven, waar de duisternis of schemering der wet ons daartoe een ongevaarlijke kans schijnt te bieden. dat wi.j enkel met geweld tot directe eigen afweer overgaan, als de wet niet anders bedoeld kan hebben dan ons de vergunning te verleenen. Maar een noodlottig en voor den Htaat gevaarlijk voorbeeld geeft hij die baldadig gaat rukken en plukken aan een opening in het plechtig kleed der wet, die niet met krachtige naaldsteek omboord is. .
,
.
.
.
.
,
Wie
dit
doet
—
—
vooral in opzien wekkende geval h'u
wat de rechtsgeleerden noemen pessimi exenipli, vooral tegenover ons publiek. Want collega, als journalist zult ge even als ik hebben leeren o})merken, dat ons publiek nog grootendeels moet worden opgeleid tot het inzicht hoe buitengewoon onwenschelijk .selflielp op rechtsgebied is.
is
Dit slechte voorbeeld gaaft gij Laat mij ten bewijze het door u zelf gegeven vooi-bt'eld betreffende ons bureel op de Pij})enmarkt aanhalen. (rij schreeft tot rechtvaardiging van uw daad van geweld „Als Gij
,
des morgens aau
gang twee mannen vondt sperren
koop
,
toe,
zoudt
ook
de deur van
Gij
uw
die
uw
U
bureel op de l'ijpeuuiark. aanschelleuJe
den doorgang naar
uw
hen kort en bondig de deur wijzen. En als Gij
„De gedachte
iu
de
oji
den
redactiekamer door vreemden met een Amerikaanseh slot
gesloten vondt, zondt ook Gij op staandeu voet een smid ontbieden
openen, en voorts rustig
,
eigen kamer wilden ver-
uw
zelfs, dat dit
om
de deur te
publiek op een nieuw Van dag tot dag vergasten gaan. eigen rechting ware,
of dat Gij
,
recht hebbende en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 56 Pagina's