GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 153

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 153

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XLVII.

1bult>a.

Toen ging de Priester Hilkia, en Ahikam, en Achbor en Satan, en Asoja henen tot de .

Profetesse des zoons

Hulda, de huisvrouw Sallums, van Tikva, den zoon van Har-

has, den kleederbewaarder, (zij nu woonde te Jeruzalem, in het tweede deei), en zij spraken tot baar. 2 Kmi. 22 14. :

Als een geslacht, een volk, een eeuw zinkt, en gaat te kort schiein manlijke kracht, treden van zelf de vrouwen meer op den voorgrond. En zulks, niet enkel doordien ze, hetzij dan ten goede, hetzij ten kwade, aan invloed winnen maar ook doordat de menschelijke gaven en talenten, de hooge positiën en eereverhefïingen in zulke tijden soms van den man op de vrouiv schijnen over te gaan. Zoo was het in de laatste dagen, die aan den val van het oude Rome voorafgingen zoo was het in Frankrijk vóór de groote Revolutie uitbrak zoo regeeren er ook nu weer niet minder dan drie Koninginnen, en klimt allerwegen de macht der vrouw op letterkundig gebied en zoo nu was het ook in de dagen toen Israëls volksten

;

;

;

;

staat

wrak begon

te staan.

Dit ziet ge aan Izébel en Athalia in het kwade, maar ook in het optreden van Hulda als iDrofetesse in den naam van Jehovah. Nog eens was er in dagen van volksinzinking voor Israël, in der Richteren tijd, een Debórah opgestaan om de Baraks te bezielen maar sinds, in al de dagen van Israëls bloei, was de vrouw op den achtergrond getreden tot ten leste toen Israël zijn mannelijke kracht had ingeboet, een Izébel en een Athalia zijn ondergang verhaastten, en een Joséba en Hulda, elk op eigen wijze, dien ondergang poogden ;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's

Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 153

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898

Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's