Van het kerkelijk ambt - pagina 46
Gereformeerde Stemmen.
44 groote Russische
In het Grieksch.
Zult
nu
ge
bijna alles
als
zeggen, dat er in die
als
rijk
is
Hieruit vloeit vanzelf het standpunt voort,
ontzettende massa's van tachtig millioen zielen
meer van de
niets
Christelijke kerk is? Stellig
Aan niemand,
neen.
die een kerkhistorie ging
zou het ooit in den zin komen, van deze groote Grieksche kerk geen woord te reppen. Bovendien deze kerk belijdt God Drieeenig, en belijdt de Godheid van den Christus en de verzoening door zijn bloed, ze belijdt de vleeschwording, de opstanding
Heeren en zooveel meer.
het
sacrament van den doop.
niet anders,
Ook heeft ze Ge kunt dus
maar moet wel toestemmen: Ja, misvormd ook, nog kerk van Christus.
we hebben
dat
De
gezamenlijke Luthersche kerken, die zich
en
Amerika over millioenen
van de zichtbare kerk des Heeren. Ook in dat deel zijner kerk heeft de Heere ambts-
om
en
zullen,
dit anders
dat
zij
indien te
er
het
oordeel
voor
ze zich onderwinden,
ze hiërarchisch
nu wel
onder een deksel; en voor zoover ze
hun ambt Hij dat
iegen
zijn
Woord
bedienen, zal
hen oordeelen. Gebeurde het derhalve, zulk
een
ambtsdrager geheel doorbrak
met afwerping van alle superstitie, weer geheel naar Gods Woord begon te handelen, dan zou zulk een niet opnieuw in het ambt moeten worden ingezet, maar als reeds in het ambt inzijnde erkend tot
reformatie,
en
worden.
aan
maar die eer ze hun bloot ambt wel terdege ambtsdragers Christi zijn. Voor zoover ze dit ambt naar Gods Woord bedienen, hun en der kerk tot zegen, en voor zoover ze van het Woord afwijken onder de tucht Gods. En overmits nu de Luthersche kerken niet alleen met ons belijden wat ook de Grieksche, Roomsche en Armenische kerken met ons belijden, maar tevens met ons tegen allerlei zoodanig verwerpelijk
zijn;
aan die hiërarchie toekomen,
in
deze kerken
dwalingen
protesteeren
insloopen;
en het verschil in belijdenis tus-
en
die
hen en ons, hoewel
schen
verhindert,
zoo
niet
volstrekt
den
Heere
in
uiterst belangrijk,
klein, te
ons
toch niet
danken voor wat
aan deze kerken gaf; is er rust in ons als we aan dit groot deel der zichtbare kerk denken en zijn haar ambtsdragers ons in den regel menschen, die we eeren Hij
;
kunnen om huns werks wil. In al deze kerken kunnen we geen gemeenschap hebben met het hiërarchisch bestuur, maar er is op heur erf niettemin kerk van Christus, er zijn sacramenten Christi, er zijn ambten Christi, en deze ambten zijn en blijven gebonden aan het Woord, ten zegen voor dient,
den drager, zoo hij naar dat Woord maar ook den drager ten oordeel en
ten verderve, zoo
Dit
hij
tegen het
Woord
ingaat.
nu geldt uiteraard evenzoo van die van Gereformeerde belijdenis, die
In de dagen der Reformatie heeft men op dien grond de pastoors, die tot de Reformatie overgingen, eenvoudig zonder nadere
kerken
hun ambt laten voortvaren. Er éénen Zondag nog de Mis den waren er die bediend hadden, en den volgenden Zondag tegen de Mis preekten. En dat beide malen in hetzelfde ambt. Toen ze de Mis bedienden
vaarden.
aanstelling in
saamvoeging niet den eisch van het Woord, en
in die hiërarchische
gemoed,
doen.
Zijn er dan onder deze ambtsdragers, die nog ten deele hun ambt naar Gods Woord bedienen, dan gebruikt de Heere dezen dienst
Ambtsdragers die er eerst zijn, eer worden saamgevoegd. En die
dragers.
als
dragen
millioenen
bij
uitstrekken, zijn, naar ieder erkent, een deel
ook daar
bedienen,
Denemarken
Duitschland,
Scandinavië,
voldoen
is
nemen tegenover de
te
in
ongetwijfeld, hoe ontaard en
Welnu, in die kerk zijn ambten; ook die ambten die Gods Woord eischt. Kn voorts heeft men ook deze ambten saaragevoegd en geordend in colleges die geheel onschriftuurlijk zijn, maar die komen eerst na de ambten. De ambten zijn er eerst. En zoo de zaak opvattende hebben onze vaderen en heeft met name Trigland, steeds geleerd, dat al deze bekleeders van in de Schrift gegronde ambten ook in zulk soort kerken wel waarlijk ambtsdragers van Christus zijn, met den last en het bevel, om dit hun ambt trouw naar den Woorde Gods te
in
Luthersche ambtsdragers.
schrijven,
des
ontrouwe, toen ze tegen haar getuigden trouw geworden ambtsdragers des Heeren.
Heur hiërarmogen we niet aande Schrift. Maar aan
hiërarchisch geregeerd worden. chie verwerpen we. Die
Die
is
tegen
^aan de ambten vooraf, want de ambtsdragers moeten er eerst zijn, zal met deze stelling de hiërarchische muur gebouwd worden. Ook hier gaan we dus achter deze hiërarchie die hiërarchie
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 52 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 52 Pagina's