De overheid - pagina 47
§
ontwikkeling van
nadere
de
De
2.
we
we
vs. 9,
het
saisissante
10 vgg.
helder inzien, kunnen
uitgangspunt
vaste
dit
met Gen. 9
29
Om
de gratia specialis.
onmiddellijk te grijpen beginnen
neer
gratia communi.
we
;
punt
immers, wan-
het voorafgaande
beoordeelen. Vs, u, d.
Vs. niet
Maar
9.
w.
gedierte
het
tot
met
en
10,
tegenwoordig levende menschen.
alle
met u
alle levende ziel die
Cham
bedoeld Sem,
uw zaad na
Ik richi mijn verbond op met u, en met
Ik, ziet,
met
z.
Hier
toe.
enz.
is
Met „levende
ziel" hier
en Japheth met hun gezinnen, maar van het gevogelte
een verbond Gods dat zich
van
dus sprake
is
uitstrekt 10
over
alle
menschen,
2
over
alle
levende
ziel,
d.
i.
over
het gedierte.
al
Die twee worden nog eens saamgenomen
de ark gegaan In
ons
vs.
11
ligt
de woorden
in
der aarde
:
„van
allen, die uit
toe.
communis onmiddellijk overdrachtelijk maar zoo beslist
het cardinale punt, waarin de Gratia
geopenbaard wordt.
als feit
mogelijk
zijn tot al het gedierte
Hier
niet
is
sprake van een genadeverbond Gods, want het
is
een reddend ver-
bond, dat de aarde niet meer door een vloed zou verdelgd worden. Het niet
een genadeverbond,
dat
maar een cosmisch genadeverbond, immers,
wordt,
sloten
verbondsgenade met
hier
d.
w.
z.
dat met den geheelen
God de Heere
treedt
wat
alles,
er
is
ook
met de uitverkorenen wordt aangegaan,
alleen
cosmisch
in
foederatief in
KÓa-fzoi;
ge-
een bepaalde
de schepping bestaat.
Zoo
communis geopenbaard wordt. Schandelijk verzuim is het dan ook, wanneer we zien, hoe de Christenen hiermede zoo weinig rekening hebben gehouden. Dat de koo-jüsc op dit oogenblik nog bestaat, is de vrucht van dit genadeverbond. Was die genade niet tusschenbeide gekomen, dan zou ook deze aarde spreekt het vanzelf, dat hier alleen gratia
verdelgd
de
als
zijn
€n drukt
zoo
Gen. 9
eerste.
12 laat niet den minsten twijfel toe,
vs.
positief mogelijk uit, dat alle menschelijke ontwikkeling en het
geheele bestand der dingen vrucht en uitvloeisel
door God
Na nu
hebben
te
dat praegnante sensu die verbonds-
ingezien,
we
vaststaat, keeren
terug tot iie vorige hoofdstukken
gaan welke sporen van die cosmische genade In
Gen., zijn,
geen zonde
van dezen verbondsvorm,
plena forma aan Noach gegeven.
in
duidelijk
genade daar
sprake
is
cap.
is,
Het eenige
en
1
omdat
in
2,
kan
waarop
in
na
te 3.
daarom nog geen sprake
is
van zonde en waar
zijn.
Gen. 2
hebben, de aandacht moet gevestigd,
om
daar vinden en wel tot Gen.
van geen gratia communis
natuurlijk
die hoofdstukken
daar kan geen gratia punt,
we
is
in
vs.
verband met wat wij 15.
te
bespreken
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900
Abraham Kuyper Collection | 470 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900
Abraham Kuyper Collection | 470 Pagina's