Sociale hervormingen - pagina 159

149

geheel of gedeeltelijk herstel der verloren arbeidskracht, is niet raadzaam. De verzekerde lijdt inmiddels wellicht gebrek. Sterft hij, zonder dat geconstateerd is dat hij verkeert in den toestand, bedoeld in litt. a van art. 27, dan zou hij rente noch uitkeering hebben gekregen. De uitkeering is in dergelijk geval meer in het belang van den verzekerde dan de kans later aanspraak te verwerven op een rente en inmiddels niets te ontvangen overigens staat het den verzekerde, die aan die kans de voorkeur zou geven, te allen tijde vrij zijn verzoek om rente in te trekken. Wordt ingevolge het tweede lid de beslissing aangehouden, dan moet de verzekering voortduren en het bedrag der rente behoort dus, na het tweede onderzoek, op nieuw berekend te worden. De verzekerde kan de premiebetaling voortzetten, ook indien hij niet werkt (art. i, tweede lid); de mogelijkheid is niet uitgesloten, dat hij inmiddels aanspraak krijgt op een uitkeering in eens van een hooger brdrag of op een rente van 26 gulden of meer per jaar. Een nieuw verzoek om rente wordt niet ingediend, maar voor de toepassing van de artt. 33 en 34 moet, waar de storting behoort te kunnen worden voortgezet, het verzoek om rente geacht worden te zijn ingediend op den dag, waarop het bestuur der Bank aan den verzekerde kennis geeft van het bevel tot het instellen van een nieuw onderzoek naar ;

diens toestand. In den regel zal de verzekerde echter niet storten, nadat hij zich tot de Bank wendde met een verzoek om rente. Doordien het verzoek om rente geacht wordt later te zijn ingediend, zou in dat geval de verhouding tusschen het aantal premiën dat betaald is en het aantal premiën, dat betaald had kunnen worden, voor den verzekerde ongunstiger en dientengevolge de rente en hare contante waarde lager worden. Daar het niet billijk ware dat de verzekerde nadeel leed door het aanhouden der beslissing op zijn verzoek, bepaalt het derde lid dat geen lagere uitkeering wordt bevolen, dan waarop de verzekerde aanspraak zou hebben gehad, indien op het verzoek onmiddellijk een beslissing ware genomen. Door premiën te betalen over den tijd, volgende op het aanhouden der beslissing, kan de verzekerde meer niet minder krijgen dan hem zou zijn toegekend, indien op zijn verzoek onmiddellijk beslist ware. De bepalingen betreffende intrekking eener rente zijn niet van toepassing, indien in plaats van een rente een som in eens aan den verzekerde wordt uitgekeerd. Terugvordering" van hetgeen betaald is zou in verreweg de meeste gevallen zoo niet onmogelijk dan toch hoogst moeilijk wezen. Geldt het een rente, dan levert dit weinig bezwaar op; de uitbetaalde termijnen worden niet teruggevorderd (art. 49) en de rente wordt verder niet uitgekeerd. Is echter drie vierde der contante waarde eener rente "uitgekeerd, dan zou de intrekking niets beteekenen, tenzij het

uitgekeerde bedrag van den verzekerde werd teruggevorderd, en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen