Sociale hervormingen - pagina 139
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
1
129
voor die gemeente mocht zijn aangewezen, zouden vallen. De werkgevers en werklieden, in de grootere gemeente gevestigd, behooren geen hoogere premie te betalen dan zij die tijdelijk in die gemeente in hetzelfde bedrijf werkzaam zijn. De werklieden uit de kleinere gemeente zullen wel is waar de helft moeten betalen in de premie eener hoogere klasse, dan waartoe zij naar hun loon moesten behooren, maar het verschil zal weinig bedragen, terwijl vermoedelijk in veel gevallen de werkgever, die zijn werklieden voor hetzelfde loon in een andere gemeente doet werken, hoewel door de wet daartoe niet verplicht, bereid zal zijn te «ijnen laste te nemen hetgeen de werkman meer aan premie moet betalen. Het laatste lid schrijft een afzonderlijke regeling voor ten aan-
van conducteurs en machinisten op spoorwegen, personen niet onder art. 20 vallen, en dergeHjke werklieden, die uit den aard hunner werkzaamheden in verschillende gemeenten werkzaam zijn, alsmede ten aanzien van buiten Nederland werkzame werklieden (art. 1 no. i), alles voor zoover zij onder het eerste lid van art. i vallen. De loonklasse, waartoe bijv. een conducteur op een spoorweg behoort, kan niet afhangen van de gemeente, waar hij werkzaam is. Zij mag ook niet afhankelijk gesteld worden van de gemeente, waar hij zijn woonplaats heeft. Een regeling in laatstbedoelden zien
werkzaam op stoombooten voor zoover deze
zin zou
ming
daartoe leiden, dat werklieden, die in dezelfde onderne-
in dezelfde
gemeenten gelijke werkzaamheden tegen
gelijk
loon verrichten, tot verschillende loonklassen zouden behooren dit is te minder wenschelijk, omdat dergelijke werklieden niet altijd vrij zijn in de keuze hunner woonplaats. Mocht het voor sommige categorieën der onder het laatste lid vallende werklieden wenschelijk blijken, dan zal bij het besluit kunnen bepaald worden, dat het werkelijke loon de loonklasse aanwijst; dit zal echter niet geschieden, indien de klasse zonder bezwaar in het besluit zelf kan worden aangewezen. De werkman, die zich buiten Nederland vestigt en werkt, valt niet langer onder het eerste lid van art. i omdat hij ophoudt in Nederland werkzaam te zijn, en valt dus ook niet onder het laatste lid van art. 19; art. 11 no. i kan op hem niet van toepassing zijn, omdat hij zijn woonplaats niet in Nederland heeft. Hij is bevoegd de verklaring af te leggen dat hij de verzekering als vervallen beschouwt en is ingevolge art. 77 vrij wat betreft ;
,
de klasse, waarin
hij
betaalt.
Art. 20. Zeelieden zijn, als hun vaartuig niet in een haven ligt, werkzaam in een gemeente en te hunnen aanzien is dus een andere regeling noodig. Maar ook in een ander opzicht zal de regeling verschillen. De w^erkman, aan den wal werkzaam, heeft in den regel wekelijks een rustdag; de zeeman niet. Het is dus niet meer dan natuurlijk dat deze, na eenige maanden onafgeniet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's