Sociale hervormingen - pagina 142
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
132 verschil tusschen de premie in die klasse en de premie in de klasse, waarin de werkman geplaatst is, komt dan voor het geheel te zijnen laste (art. 80, tweede lid), zoodat hij in een minder
gunstige positie
verkeert dan
de hoogere loonklasse was Verdient een werkman geplaatst is, hooger is dan kelijk loon zou behooren,
het geval zou
zijn,
indien
hij
in
geplaatst.
zoo weinig, dat de klasse, waarin hij de klasse, waartoe hij naar zijn werdan zal de premie in verhouding tot het loon te hoog worden niet alleen voor den werkman, maar ook voor den werkgever. In het algemeen is het niet mogelijk het individueel loon als maatstaf te nemen voor de loonklasse, maar er bestaat geen bezwaar dit te doen, waar het geschieden kan zonder dat eenige schatting noodig is en de werkgever zonder moeite berekenen kan hoeveel het jaarloon van den werkman bedraagt of geacht wordt te bedragen. tot een lagere of een hoogere klasse te behooren, dan die bij het in art. 19 bedoelde besluit aangewezen voor de categorie waarvan zij deel uitmaken, zal het noodig zijn dat de werklieden
Om
10.
in
vasten dienst zijn voor
een of meer jaren, kwartalen,,
maanden of weken, 20.
vooraf een vast loon in geld bedongen hebben,
—
den maatstaf van dat loon, herleid tot jaarloon 30. naar indien de overeenkomst voor een of meer weken gesloten is met inachtneming van het slot van het tweede lid tot een lagere of een hoogere klasse behooren, dan is aangewezen voor de categorie, waarvan zij deel uitmaken, terwijl, om in een lagere klasse te vallen, bovendien noodig zal zijn, dat de werklieden
—
40,
op geen ander of meerder loon dan het sub
20.
bedoelde
recht hebben.
Om tot een lagere klasse te behooren zal de werkman dus geen ander loon mogen hebben dan het overeengekomen vast loon in geld. Heeft hij bovendien hetzij wisselvallig loon in geld, hetzij huisvesting, hetzij vast of wisselvallig loon in den vorm van verstrekkingen in natura, dan kan hij niet tot een lagere klasse behooren. Wel tot een hoogere klasse: het wisselvallige loon in geld en de verstrekkingen in natura of de huisvesting blijven dan echter buiten aanmerking bij de bepaling der klasse. Schatting is dus in geen geval noodig. Werkgever en werkman behoeven niet anders te doen dan het loon met 50, met 12 of met 4 te vermenigvuldigen het produkt is dan het inkomen, waarvoor de klasse bij art. 17 is aangewezen. Wordt de werkman per uur betaald of naar de hoeveelheid werk, die verricht is, dan is art. 22 niet van toepassing. :
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's