Sociale hervormingen - pagina 178

;

i68

een groot aantal gepensioneerden zich bij de Bank verzekeren ten gevolge van de bepaling van art. 107. Dergelijke personen zullen meestal schadeposten voor de Bank blijken. Hen van de verzekering uit te sluiten, is niet wenschelijk het pensioen kan gering zijn en aan de bedoelde personen behoort dus niet de gelegenheid te worden ontnomen zich een rente te verzekeren voor het geval zij later geheel ongeschikt worden tot werken. Aan de betrokken personen zal, mits het pensioen niet lager is dan f 104, bij de in litt. c van art. 138 bedoelde regeling recht op ontheffing van den verzekeringsplicht gegeven worden zij zullen dus, al naardat hun belang medebrengt, zich al of niet verzekeren. Tegenover de bev^oegdheid van deze catagorie van personen om zich te verzekeren is een regeling als die van het eerste lid van art. 46 in het belang der Bank volstrekt noodig. Onder het artikel vallen allen, die pensioen genieten van een lichaam, dat publiekrechtelijk tot Nederland behoort: een publiekrechtelijk lichaam in Nederland of in een Nederlandsche kolonie.

perk

zullen

kunnen

;

Het

noemt niet hen, die wachtgeld genieten. Het ligt de bedoeling hun recht op ontheffing van den verzekeringsplicht te geven tijdelijk genot van een inkomen is geen waarborg, dat de betrokkene later niet ten laste van anderen komt. Zij, die wachtgeld genieten, moeten zich dus verzekeren, indien zij verzekeringspHchtig zijn, en het is niet wenschelijk hun rente te korten. Overwogen is om ook de rente van hen, wier pensioen lager is dan f 104 en die dus evenmin recht op ontheffing zullen hebben, niet aan korting te onderwerpen. Daarvan zouden echter misstanden het gevolg zijn. Op de invaliditeits- of ouderdomsrente ten bedrage van bijv. f 150 wordt, indien de verzekerde een pensioen van f 1 10 geniet, de helft van het pensioen, dat is f55, gekort, zoodat de verzekerde ontvangt f 95 invaliditeitsof ouderdomsrente en f iio pensioen, te zamen f205; bedroeg indien art. 46 niet daarentegen het pensioen f go, dan zou van toepassing was op pensioenen van minder dan f 104 — aan den verzekerde de volle invaliditeits- of ouderdomsrente uitgekeerd worden, zoodat hij zou ontvangen f 150 -|- f 90, te zamen f 240. Practisch is de zaak overigens niet van groot belang, omdat de pensioenen der betrokken personen in den regel niet lager dan f 104 zullen zijn. Is het pensioen zeer laag, bijv. f70, dan zal ingevolge het slot van het eerste lid van art. 42 minder dan de helft van het pensioen op de rente worden ingehouden. Art. 46 is ook van toepassing op hem, die krachtens het tweede lid van art. 6 of van art. 7 de verzekering voortzet en daarna een rente krijgt. In den regel zal de invaliditeits- of ouderdomsrente worden toegekend na het pensioen; het artikel is echter niet beperkt tot dat geval en is evenzeer van toepassing, indien het pensioen na de rente mocht worden toegekend. artikel

niet in

;

—

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen