GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Sociale hervormingen - pagina 169

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale hervormingen - pagina 169

voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

159

Ar^. 42. Vgl. § 48, eerste der wet van 1889.

lid

der wet van 1899 en §34, eerste

lid

De vraag op welke wijze de cumulatie het best geregeld kan worden, is niet gemakkelijk te beantwoorden. Tegen de Duitsche regeling bestaat naar de meening van ondergeteekenden dit bezwaar, dat in de lagere loonklassen cumulatie vrijwel onbeperkt is toegelaten, terwijl er in de hoogere klassen in vele gevallen volstrekt geen cumulatie zal plaats hebben. Uit de §§ 34 37 en 48 der wet van 1899 blijkt het volgende. In de laagste loonklasse is het hoogste loon 350 M. per jaar, zoodat de hoogste ongevallenrente (i) ^/s 35 M. 233 M. is. De invaliditeitsrente bedraagt na 2500 premiën (onafgerond) 185 M., zoodat de beide renten te zamen 418 M. bedragen. De grondslag der rente bedraagt voor de eerste klasse 60 M. en cumulatie wordt niet beperkt of uitgesloten, voordat 7^/2 60 M. 450 M. overschreden is. De renten worden dus in dergelijk geval beide voor het volle bedrag genoten en het gezamenlijk bedrag is zelfs aanmerkelijk hooger dan het hoogste

=

X

X

=

jaarloon in die klasse. In de 2de klasse vallen de verzekerden, wier loon meer dan 350 en niet meer dan 550 M. bedraagt, gemiddeld dus 450 M. Het maximum der ongevallenrente van den verzekerde, wiens loon 450 M. bedraagt, is 300 M., de invaliditeitsrente bedraagt na 1500 premiën 210 M., te zamen dus 510 M. Cumulatie is onbeperkt toegelaten, zoolang niet overschreden wordt 7 V2 7o 525 M. Ook in dit geval geniet de verzekerde beide renten zonder eenige korting en ontvangt hij meer dan het loon, dat hij genoot. In de 4de klasse is het loon van 850 tot en met 1150 M., in de 5de klasse hooger dan 1150 M., terwijl cumulatie niet toegelaten is, indien en voor zoover de renten te zamen bedragen, in het eerste geval 7V2 QO M. 675 M., in het laatste 7V2 100 M. 750 M. De werkman tot een der hoogere loonklassen behoorende verkeert dus in veel ongunstiger toestand. Met een loon van 1050 M. bedraagt de ongevallenrente bij geheele ongeschiktheid

X

=

X

=

M.=

X

werken 700 M.; de betrokkene ontvangt dan invaliditeits- noch ouderdomsrente. Krijgt een werkman, wiens loon 1500 M. bedroeg, een ongevallenrente van 750 M., d. i. de kelf^ van het loon dat hij genoot, dan wordt de invaliditeits- zoowel als de ouderdomst rente geheel ingehouden. Verdient een werkman meer dan 1 500 M., dan is de regeling nog ongunstiger voor hem. De wet van 1889 was voor de hoogere klassen nog nadeeliger de rente werd ingehouden, indien en voor zoover de beide renten meer dan 415 M. bedroegen. Hoewel minder ongunstig, houdt de regeling van 1899 naar

tot

(i) § 5 van het Unfallversicheringsgesetz U. V. G. van 1900.

van

1884

en

§

9

van het Gewerbe

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's

Sociale hervormingen - pagina 169

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's