Sociale hervormingen - pagina 174
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
164 niet
meer
wezig sing
worden, dat het geval bij art. 43 voorzien aande voorschriften van art. 42 zouden dan van toepas-
beslist
is;
zijn.
De
termijn van drie maanden na de toekenning of voorloopige toekenning eener ongevallenrente is noodig, omdat het verzoek om ongevallenrente eenigen tijd na het ongeval kan worden ingediend met de indiening zou anders tot eenige maanden na de toekenning der invaliditeitsrente kunnen worden gewacht, juist om aan de toepassing van art. 43 te ontkomen. Het verzoek om invaliditeitsrente kan door het bestuur der Bank ontzegd zijn, bijv. op grond dat de verzekerde niet invalide is. Oordeelt de administratieve rechter in beroep dat de verzekerde invalide is, dan is hij niet bevoegd bij de toekenning der invaliditeitsrente uit te maken, dat het geval van art. 43 aanwezig is. De rechter in beroep behoort geen beslissing te geven omtrent dergelijk punt, waaromtrent door het bestuur der Bank geen onderzoek is ingesteld; de verzekerde zou overigens in dit geval een instantie kunnen verliezen. Wordt dus in beroep een invaliditeitsrente toegekend, dan kan het bestuur binnen drie maanden daarna beslissen, dat het geval van art, 43 aanwezig is. Het artikel is alleen van toepassing, indien de invaliditeit het gevolg is van het bedrijfsongeval. Wordt een verzekerde langen tijd na het ongeval invalide, dan kan het ongeval dat hem overkomen is daarop van invloed zijn geweest, de invaliditeit kan door het ongeval verhaast zijn, maar art. 43 is niet van toepassing. Het tijdstip, waarop de invaliditeitsrente wordt gevraagd, is uit den aard der zaak niet van invloed op de beslissing. Er kunnen zich twijfelachtige gevallen voordoen, waarvan de beslissing niet gemakkelijk is het onderzoek bij de Ongevallenwetten voorgeschreven (art, 63 der Ongevallenwet 1901) zal echter in den regel het noodige licht verschaffen. Een verzekerde, door een ongeval invalide geworden, krijgt van de Rijksverzekeringsbank f 240 ongevallenrente en onmiddellijk daarna van de Bank f 144 invaliditeitsrente, beide met ingang van i Januari laatstbedoelde rente wordt op bevel van het bestuur der Bank niet uitgekeerd. De werkgever van den getroffene komt in beroep en de raad van beroep beslist op I April, dat het bedrijf, Avaarin den getroffene het ongeval overkwam, niet verzekeringsplichtig is en ontzegt dus het recht op schadeloosstelling. De invaliditeitsrente wordt van i April af ;
;
;
uitgekeerd. Op het beroep van den getroffene beslist de Centrale raad van beroep op i Augustus, dat de rente van f 240 terecht door de Rijksverzekeringsbank was toegekend. De ongevallenrente over de maanden April tot en met Juli, ten bedrage van f 80, zou dus aan den getroffene moeten worden uitgekeerd. Vermits de invaliditeitsrente over die 4 maanden, ten bedrage van f 48, niet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's