Sociale hervormingen - pagina 144

;

Ï34

de kalenderweek, waarover de overeenkomst loopt, te vallen. de overeenkomst aangegaan bijv. voor den tijd van 7 Januari tot 7 April, dan behoort de werkman tot de klasse, waarin hij ingevolge art. 17 valt, niet gedurende de volle drie maanden, maar gedurende de kalen dervje^en in die drie maanden vallende valt bijv. 2 April op een Zaterdag, dan is art, 22 niet van toepassing op de laatste vijf dagen, waarvoor de overeenkomst is aangegaan, tenzij deze verlengd wordt. Dit kan te allen tijde geschieden, mits de overeenkomst telkenmale, uitdrukkelijk of stilzwijgend vooraf hernieuwd wordt. Landbouwarbeiders genieten in den regel hun loon gedeeltelijk in kost met of zonder inwoning en zullen dus slechts zelden in een andere klasse vallen dan bij het krachtens art. ig genomen zij hebben echter minder behoefte aan de besluit aangewezen bepaling van art. 22 dan de arbeiders werkzaam in de nijverheid in engeren zin, omdat de loonen in de nijverheid meer uiteenloopen dan die in den landbouw. Bij vergelijking met het derde lid van § 34 der wet van 1899 blijkt, dat het ontwerp van de Duitsche wet afwijkt hierin, dat het een uitzondering maakt niet alleen indien de werkman tot een hoogere klasse behoort dan bij het besluit aangewezen, maar evenzeer indien de werkman naar zijn werkelijk loon in een lagere klasse behoort te vallen. Het laatste is wenschelijk ook in het belang van den werkman. De werkman, die in een lagere klasse valt dan bij het besluit aangewezen, zal in vele gevallen aanmerkelijk minder dan het gemiddelde loon verdienen, bijv. omdat hij zwak is of minder bekwaam dan een gewoon werkman. Nu is het ongetwijfeld waar, dat het ook in dergelijk geval in het belang van den werkman is, dat een hoog'ere premie voor hem betaald wordt, maar de vraag is of betaling van de hoogere premie niet drukkend voor hem is. Daarbij behoort niet uit het oog te worden verloren, dat de werkgever bij de bepaling van het loon van den werkman, die minder dan het gemiddelde verdient, rekening zal houden met het deel der premie, hetwelk te zijnen laste blijft, en dat niets hem belet het loon zóó te bepalen, dat de werkman meer dan de helft der hoogere premie draagt. Wenscht de werkman, dat de premie voor hem bij hoogere klasse dan bij n". i van art. 22 aangewezen betaald wordt, dan kan hij altijd gebruik maken van de bevoegdheid, hem bij het tweede lid van art. 78 gegeven, indien hij bereid is het verschil in premie te zijnen laste te nemen (art. 80,. in

Is

;

tweede

lid).

zeelieden is het artikel niet van toepassing. Ware in de eerste alinea van art. 22 ook art. 20 genoemd, de zeeman zou toch nooit in een lagere klasse dan die aangewezen bij het krachtens art. 20 genomen besluit kunnen vallen, omdat zijn loon voor een in een hoogere gedeelte in verstrekkingen in natura bestaat. klasse dan die bij het in art, 20 bedoelde besluit aangewezen te vallen,.

Op

Om

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen