Sociale hervormingen - pagina 179
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
i6g
Het tweede lid voorziet in de exceptioneele gevallen van samenloop van invaliditeits- of ouderdomsrente, ongevallenrente en pensioen van het Rijk of van een ander publiekrechtelijk hchaam het eerste lid blijft dan buiten toepassing, omdat anders de invaliditeits- of ouderdomsrente aan twee kortingen onderworpen zou worden. ;
Voor cumulatie,
Ari. 47.
van ziekengeld en
zelfs gedeeltelijk,
of ouderdomsrente bestaan geen termen. Vermits het aandeel in de premie, dat ten laste van den werkman komt, de ziekteverzekering grooter is dan bij de invaliditeitsbij voor verzekering, is het billijk, dat het bedrag der rente aan de ziekenkas zoover niet hooger dan het ziekengeld uitgekeerd worde, en niet omgekeerd. invaliditeits-
—
—
Vgl, § 26 en § 48, eerste lid n. 4, der wet van 1899. rente wordt in elk geval toegekend zoodra de verzekerde hier te lande zijn werkelijk verblijf heeft, wordt de rente hem uitgekeerd.
Art. 48.
De
;
De bepaling is niet van toepassing op Nederlanders; § 48 der Duitsche wet onderscheidt niet tusschen vreemdelingen en Duitsche onderdanen. Art. 48 zal het in sommige gevallen mogelijk maken gunstige bepalingen te bedingen voor Nederlandsche onderdanen, die in het buitenland onderworpen zijn aan een verplichte verzekering, Ari. 49. Het uitbetaalde bedrag zou in den regel toch niet verhaald kunnen worden. Het artikel spreekt van aanwijzingen tot ontvangst door het hestuur der Bank uitgereikt, omdat het in de bedoeling ligt alle aanwijzingen tot ontvangst van bedragen te doen uitreiken door het bestuur der Bank, ook indien het recht van den verzekerde eerst in beroep wordt erkend. De rekening van de posterij (art. 90) met de Bank zal eenvoudiger zijn, indien uitsluitend het bestuur der Bank last tot betaling geeft.
Art. 50. De weduwe gelijke aanspraken als de verzekerd Behoort
van
den
verzekerde heeft die ingevolge art. i
vrijwillig
weduwe van hem,
is.
de weduwe van hem, die krachtens art. 1 1 1 een rente had, recht op weduwenrente te hebben? De werkman, die bij het in werking treden van art. i den leeftijd van 6g jaren en 1 1 maanden heeft bereikt en onmiddellijk verzekerd wordt, heeft, behoudens de bepaling van het derde lid van
UI, na storting van 4 of 5 weekpremiën recht op een rente aan zoodanige storting behoort niet het recht op weduwenrente te worden ontleend. Maar de werkman, onder art. 1 1 vallende, kan ook 50 jaren oud zijn geweest bij het in werking
art.
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's