Om de oude wereldzee - pagina 25

HET AZIATISCH GEVAAR. de 14e eeuw in

vrij

grooten getale aanwezig.

eeuw binnen, en

in de 8e

schijnt tlians in

11

De Islam drong evenzoo

China nog een kleine 30

millioen aanhangers te tellen. Deze goed geslaagde propaganda van het

Monotheïsme

in zijn drieledigen

vorm, verklaart zich gereedelijk uit den

Mongoolschen tolerantie-geest. Bekend in zijn uitgevaardigde

wetten de

is

van Dschingis-khan, hoe

vrije uitoefening

vau

alle religiën

hij

had

afgekondigd, en hoe in zijn reusachtig legerkamp de Bonze en de Iman,

de

Rabbi en de Christelijke priester vreedzaam saam verkeerden,

van krijgsdienst en belasting waren

allen

autoriteiten

met

eere

vrijgesteld,

en door de

Toen dan ook in de 16e missionarissen over zee in China aankwamen, bejegend

werden.

eeuw de Christelijke werd hun bij hun prediking geen stroospier in den weg gelegd, en ontving zelfs het Hof te Peking hen met opmerkelijke welwillendheid. de strijd van de Franciskanen en Dominicanen tegen de orde

Eerst

der

Jezuïten,

waartoe de eerste missionarissen behoorden, schijnt

verandering te hebben gebracht, en in de tweede helft der eeuw Keizer Joeng-'tschung tot het besluit te hebben genoopt om tegen alle Christelijke missiën een beslist vijandige houding aan te nemen. Hij ging tot vervolging over, en deze vervolging ging onafgebroken door tot 1858, toen in het vredesverdrag van Tientsin door Engeland werd bedongen, dat de missionaire predikers allerwege vrijen toegang zouden hebben, en dat zoowel zij zelven als hun bekeerlingen door de Overheid zouden beschermd worden. Maar juist dit verdrag zette kwaad bloed. De lagere volksklasse beschouwde deze gunstige

hierin

18e

bepaling als een hoon; de Mandarijnen

kwamen

in verzet; en vooral

de aanhangers van Kung-futsé bleven aan het Christendom vijandig.

Reeds in voorts als

vielen

slachtoffers

toedroeg. feit,

1870

Dit

kwam

het

te

Tusang

tot een

nieuw bloedbad, en

schier elk jaar hetzij zendelingen, hetzij bekeerlingen

van de antipathie, die men aan het Christendom moest toen wel tot interventie

leiden,

en juist het

dat de Chineesche regeering keer op keer, onder de pressie van

de regeeringen der barbaren, het dan voor de Christenen tegen haar eigen

onderdanen moest opnemen, heeft niet alleen

de spanning

gaande gehouden, maar ook den nationalen tegenzin tegen het Chris-

tendom

Het volk gevoelde de bescherming van de zending door de vreemde mogendheden als een nationale vernedering. De tegenzin duurt dan ook nog altoos voort, en keert zich even beslist versterkt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen