Nadere verklaring - pagina 8
6
1905 dagteekende. Van deze oorspronkelijke aanklacht staat thans in het V. V. alleen nog te lezen, dat men het „overbodig achtte", er nader op in te gaan. Ook hierover alzoo geen woord meer.
Op dit punt teruggeslagen, wierp men het toen over een anderen boeg. Niet persoonlijk streek ik geld op, maar het geld had gestrekt voor een electoraal doel. Ook hierbij gold uiteraard de onomstootelijke rechtsregel van het affirmanti inmmbit probatio, d.w.z. Wie beschuldigt, moet dan ook zelf zijn aanklacht waar maken. Dit be:
nu mislukte evenzeer. Zelfs de Nieuwe Courant begon met
wijs te
erkennen,
dat er tusschen de electorale
geenerlei verband
was aangetoond. Ook op
dit
gift
en de decoratie
punt had
blijkens
ik,
mijn tweede ingezonden stuk van TJulij.l. in de Standaard, m\]n betichters nader te woord willen staan, maar ik stelde hierbij als beding, dat eerst de publicatie van al het dusgenaamde bewijs-
Aan deze voorwaarde werd
materiaal moest zijn afgeloopen.
niet
voldaan. Vandaar mijn aanvankelijk zwijgen na mijn terugkomst.
Een zwijgen, dat rapporteur zijn.
Nu
orde
is
ik volhield
ook
van
zijnde, allicht
in
de Afdeeling, omdat
partijdig
ik,
zelf
refereeren zou verdacht
echter deze zaak in de Volksvertegenwoordiging aan de gesteld,
wensch
ik
in
de volle vergadering
te
spreken.
Het eerste punt, dat in deze zaak valt uit te maken, is natuurlijk de vraag, of de decoratie op 31 Aug. 1903 verleend, gegeven was uit gunstbetoon, dan wel ter eering van verdienste. Het
nu bleek het geval te zijn geweest. Jonge mannen, uit ons land hadden hun leven gewaagd in de worsteling der Boeren tegen Engelsche overmacht. Ze waren in dien oorlog krijgsgevangen gemaakt, en naar St. Helena weggevoerd. Zij leden in die gevangenschap namelooze ellende, door ongedierte, slechte behuizing en gebrekkige voeding, en onze Consul kon niets voor hen doen; terwijl tot overmaat van ramp het Christelijk Nationaal Boeren-Comité te Rotterdam, dat zich hun lot aantrok, uit geldgebrek buiten staat bleek om hen te doen repatrieeren. De oproeping van dit Comiié in de bladen om een bedrag van ten minste drie duizend gulden alleen voor de reiskosten, bleef zoo goed als onbeantwoord. De nederlaag der Boeren had hier blijkbaar de laatste
herkomstig,
geestdrift gebluscht. Ook een verzoekschrift aan deze Kamer bleef zonder gevolg. Zoo scheen alle hoop verloren om deze ongelukkigen te hulp te komen. En toen nu de heer Rud. Lehmann, die ook voor andere nationale belangen zich meer dan eens geldelijk
geïnteresseerd
hebben volle
had,
gesteld,
reiskosten
om te
bleek,
hij
aan
deze
vergoeden,
alleen,
alle
geld beschikbaar
krijgsgevangenen
niet alleen
maar ook voor hun
te
de
uitrusting,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's