Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 100

;

;

LOCUS DE PROVIDENTIA.

100

tum

niet

zou

zijn

bepaling van

een

Gods

zijde krachtens zijn vrij-

machtig welbehagen, maar een bloote boeking door God van wat de

mensch doen zou 50.

tot

de

;

stelling dat er

geen Decreet bestaat en de dingen loopen

naar 's menschen keuze maar zóó, dat God incidenteel tusschenbeide treedt om, waar de dingen spaak zouden loopen, er orde op te stellen; 50. tot het stelsel, dat het Eeuwige Decreet Gods moet genomen worden niet

als

voor

zoodat God,

Schepping liggende maar

de

den

als in

tijd

inzijnde,

gestadige verhouding tot de vrije wilsdaden der menschen

in

staande, eerst op elk gegeven oogenblik in verband met die wilsdaden

des menschen Zijn beslissing nemen en Zijn wil uitvoeren zou.

Op grond

der H. Schrift heeft de Geref. Belijdenis alle deze stelsels

bestreden en vastgesteld dat

a.

God

:

loopen naar Zijn vooraf

alle dingen, groot of klein, doet

vaststaand vrijmachtig welbehagen en zulks ook door Influxus, d. w.

zoo dat de essentieele oorzaak van hetgeen ééniglijk ligt in Zijn

werking

entia tot stand

komt

;

wezen en

dat dit evenzeer geldt van den mensch, wiens

b.

geboren wordt voorbepaald

hij

in

z.

is,

lot

eer

wiens geboortedag, levensloop en

om

schep-

sterfuur vaststaat, die

onmachtig

pen

kan uitwerken dan door den Influxus van Gods

afhankelijk c.

niets

uit zichzelf,

almachtigheid

alomtegenw.

en

is

bij

eenig essentieel

doen

zijn

al

iets te

volstrekt van

God

blijft

mensch

dat intusschen de

dat hetgeen

hij

God

doet,

hierbij optreedt als

niet onmiddellijk

causa secunda, zoo-

doet maar door middel van

hem, mits altoos met dien verstande, dat er geen werking, welke ook van de tweede oorzaak kan uitgaan dan die in haar uit de eerste oorzaak, die d.

in

God

is,

gewerkt wordt

dat de schijnbare tegenstrijdigheid, die hierin

opgeheven, noch door de redelijke vrijheid

dan toch zou delijkheid te

ophouden subject ontkennen, want zijn hij

onomstootelijk

vast

geestelijke experientie in

's

menschen werk

in ;

te laten

als

de

God

wil.

nooit

noch door

mag worden

te

zijne

ontkennen,

verantwoor-

zedelijke verantwoordelijkheid staat

de Schrift en wordt bevestigd door

uitkomen, te

alle

hetzij pantheïstisch eerst

hetzij deïstisch tot

een toeziend

verlagen, hetzij door zijn Decreet te

boeking van een vooruitziend

zuivere belijdenis omtrent hetgeen te verstaan vrijen

ligt,

den mensch

noch eindelijk door God,

en nu en dan ingrijpend verstaan

heel

te zijn;

in

Die vrijheid van den wil

n.1.

God zij

maar door een onder 's menschen ;

bestaat niet daarin, dat de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen