Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 142

:

LOCUS DE FROVIDENTIA.

142

van

voorstelling is

Raadsbesluit

het

eeuwig maar

wel

neemt

voor

van het

tijdelijke

nomen.

Door

die

aansluiting van het Raadsbesluit, de Providentie,

tijdlooze

men voortdurende Wechselwirkung

krijgt

Gods doen. Deze voorstelling is wordenden God, een God, die

menschen en

Trpo

De

2o.

KXTxfioAr,q

van

oogenblik

een

deeltjes

aantal Hij

heeft het

Zijn

macht,

God merkt schouwer,

y-bcrixov,

3^.

l^,

ook

Is

en

daarvan

ook een

man moordt

kwestie

op,

het

is

genomen

een eindeloos

in

een persoon wil gaan moorden

:

tegenkomt.

hij

het niet in

Zegt men:

welbehagen.

dan

beletten,

niet

God

Heeft

Hij

is

b.v.

eenvoudig toe-

men God belet het hem, waar is dan de a en ö. God en mensch, de beide factoren blijven

is

:

die

juist,

harmonie

in

ondoordenkenden

geeft

brengen.

te

het

Deze

is

dus

Schrift ingaande en ze

de

Pantheïsme tegen

schijnoplossing,

maar

Zijn besluit

is.

Nemen we voor

Providentie

Zijn

of niet naar Zijn

Zegt

besluitend.

de

pure

niets

één deeltje

maar kan

wel

niet

en

bestaan

Gods

en

op iemand voorzien, dien

't

bezig

altijd

dat het Raadsbesluit

hier slechts schijnbare winst.

het

dat^die

uit,

tusschen

dan Pantheïsme,

niets

het dus als eeuwig zijnde, vóór het bestaan

Stelt

Raadsbesluit

voor den mensch ?

vrijheid

lost

Schrift spreekt duidelijk

ro'j

dingen.

alle

God

het besluit, is van oogenblik tot Deze opvatting is verleidelijk, omdat men zoo door exclusie uit God waant in hooge Goddelijke gedachten te zijn opge-

idee van den eeuwig

maken.

besluit

wordt.

altijd

oogenblik de

aan het doen der menschen

te

en

oogenblik

elk

besluitende God.

's

Gods

anthropomorphisme.

een

is

dit beteekent, dat het er nooit is

dat

idee,

er

geen den wil

bindende macht meer bestaat, draait dus een rad voor de oogen. Resumeeren we nu het gevondene

De

ie.

eerste stelling, waartoe

over

gaat

alle

dingen

en

groot en klein, vroeg en zóó, dat ze alles in

ervan het

buiten

2e.

Er

is

in

al

Een werking Gods

die in

bereik

Datzelfde

en

geldt

ziel,

(bloedsomloop,

naar

enz.)

werkende

alles

;

Geen moment

niet

zooals

moeten

laten

in

geen

Dat

alleen

rationalis

de en

Gods

gaat over

al

zijn

werking,

;

neen.

in die

is

God

vat alle dingen en

die niet

verschillende

geest

stoffelijke

(mensch (wil,

en

leer

is

een werking Gods.

waardoor

van den Influxus.

en onbewuste dingen maar

engel),

systemen

denken,

is

den kop leiden en

deelen met Zijn macht.

dus de groote

van

dingen

bij

het zijn en het zóó-zijn van het ding, de Influxus,

ook van de creatura lichaam

dat de Voorzienigheid

de

een paard

wij

paard

dingen

de actie in dat object ageert. 3e.

is,

is

oud en jong, zichtbaar en niet-zichtbaar en wel

niet,

is

ons

Hij vat het

bevat ze geheel.

dingen

die dingen beheerscht.

al

Het

uitgesloten.

overige

laat,

we kwamen

alle

in

van

van

enz.),

den

mensch naar

actie in zijn lichaam

zoowel van de logische,

ethische, aesthetische als religieuse werkingen in zijn ziel of

gemoed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen