Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 83
college-dictaat van een der studenten
§ mensch
valt
Gen. 2
:
De Providenüa
3.
onder een generiek begrip (genus),
7 en
Twee
19.
dat er van geen anderen
van
of
stijl
dat
in die dieren
er
wordt
dier
9
Gen.
visschen
3^
vers.
dat
;
Nu
Wat
verwonderen, publiek
onvoldoend een
dan
Psalm
71
mijne
maar de
ziel,
ziel
in
is
verzen
eerste
om
bij
is
in
—
;
:
óók van
het
al
is zijn
wat
kruipt
zoo pertinent spreekt, het een
dier
algemeenen
dat
We moeten er ons
dus beslissend.
ziel
Dit
heeft.
zin
„al
gezegd wordt.
de
door voor
is,
uit
zich
—
want ze willen hem dooden, hetgeen in
vers
23
is
„ziel" echter in /zoozere
;
wat God looft
is
ik u zal
niet het
psalmzingen,
gewone
ziel
van in
Kuyper,
Rutgers
hooger zin
precies die onderscheiding
Hebreeuwsch
Bavinck eenigszins
en
„ziele",
voor leven „ziel" is
die
te
en bijna onmogelijk
slechts één begrip
is).
zelf
om
zich te bewegen.
Wanneer
kan bewegen, dan heet het
it'SJ.
er
dus een wezen
kan
niet
van
zijn
plaats gaan.
t^'S^
is
;
daarom
heet dus evenmin een
wordt door den wind bewogen, door den stroom.
beweging independent
is
Dat kan een boom,
hoeveel overeenkomst zijn leven ook heeft met dat van het dier, niet hij
leven
dat in de Schrift i^s: heet elk verschijnsel, dat een onaf-
dat
want
leeft,
Vandaar, dat
zin.
Bijbel-uitgave
wijl er in het
tïi^,
vers 15
wat
het lezen van de Schrift te onderscheiden of „ziel"
die Gij verlost hebt
conclusie
geen
bijbel-
komt door
Wanneer we nu
Mijne lippen zullen juichen, wanneer
vermogen bezit
golf,
het
ook het
zie
ziel,
met terugslag op het vorige
kwaad zoeken;
mijn
hankelijk
hij
om
te lezen
bij
tot spijs
hier gebruikt
Schrift
het
dat
hoe
we,
gansch
hooger
in
maken,
zich
gezegd wordt
Maar we gevoelen, hoe
gebruiken.
wordt
vers 13 „ziel" --- leven,
in
vergemakkelijkt
is
er niet
Van
m;^;i.
hoogeren zin" of eenvoudig „het leven".
in is
opvatting gebruikt
Onze
hoe
niet
Anders zouden we maar een mensch een levende ziel.
op catechisaties en scholen.
zien
is,
uit die
blijkt
uit te
zien,
zijn n^n
doch het vleesch met zijne
:
t272:
aanneemt,
is"
ziel
bedoelt „ziel
(Dit
de drie
waar de H.
dat,
niet
het zoo moeilijk
enz.
Dus
hier
onderwijs
16 lezen,
ook
We
wel
(hier
van den mensch. ziel
wordt den mensch gegeven
alles
zult gij niet eten.
waarin
we
hebben
volgt in het 4^ vers
èn de visschen.
en
als
c^ivb
D^Qtfn
was; maar dat ze
irs:
Vers 7 wordt
zijn.
Vers 2 wordt gesproken van de vogelen, landdieren, kruipende dieren
en
lezend
r^^^n
dit voor,
wordt echter dezelfde
vers 19
;
n^n"^ en
7r\^'7\
een dier heeft een
:
Hier
4.
:
verband.
over
rvn U'S^
is
dus gezegd precies
het
nog kunnen zeggen
bloed,
woordgebruik kan sprake hij
gebezigd van
B'SJ
onder één soorfbegrip. Vergel.
visschen maar van de vogelen en aarddieren).
de
staat,
T\'T\
niet
83
l'Sixv
uitdrukkingen van één hoofdstuk hebben
nu van den mensch gezegd, dat uitdrukking
kxt\
van invloeden van buiten maar
uit het
Alleen als de
phaenomenon
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
![Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 83](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/dictaten-dogmatiek-locus-de-providentia-peccato-foedere-christo/1910/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's