Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 138
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Providentia,
138
De keuze van
mium van Newton. aanbelang èn
de plus-ontwikkeling èn
bij
+
—
of
voor de uitkomst maar niettemin
momenten
immers zijn
van
is
liet
allergrootste
de componeerende deelen
al
de min-ontwikkeling geheel dezelfde.
bij
blijven geheel dezelfde, dat
is
a en b
behouden hun
De
volle karakter
de verbindingen tusschen a en b zijn in eiken term precies naar dezelfde verhouding saamgesteld, maar tegenover die vastheid van de componeerende en
+
deelen geeft de wisseling van
zoo verschillende uitkomsten.
tegenstrijdigheid in ons besef van vrijheid en vastheid
De te
—
of
de mogelijkheid, hoe er kan
voorstelling van
wet beheerscht, waarin
vaste
waarin
en
blijven
is
onmogelijk op
geeft dit alles ons een denkbeeld (geen verklaring), een
maar wel
lossen,
toch
alle
een levensproces, door een
zijn
componeerende deelen geheel dezelfde
mogelijkheid gegeven
de
is
van een keuze tusschen
zus of zoo, ja of neen, plus of minus, waardoor de uitkomst zoodanig beheerscht
wordt,
ze
dat
Dus was
in
op
het eene geval in niets
die in het andere geval gelijkt.
het hoogste aanbelang, ons de zeer sprekende aanduiding
van
het
van het binomium, dat
kan
er
zijn
van „zus of zoo", voor oogen
een combinatie van vastheid en mogelijkheid
te stellen.
Konden de theologen wat meer aan
in hoogeren zin doen, dan zou in menig opzicht geworpen worden op veel moeilijke problemen der theologie. Belangrijke onderzoekingen heeft men in die richting v/el eens gedaan en steeds is de Pythagoreïsche gedachte meer en meer bevestigd, dat in het cijfer, in den c/.pt^,uóc de Godsidee ligt. Alle verhoudingen op aarde kunnen in
de wiskunstige vakken daardoor
cijfers
worden
uitgedrukt
God bepaald
door
zijn
maar,
nu duidelijk
zal
haar
van muziek,
(die
recht
zijn
zijn, is,
wil, talenten enz.) en die
overeenkomst met
in
Zijn wijsheid en
zich hiermee bezighielden,
waar meetkundigen
dat,
verstaanbaar
niet
in
licht
voor degenen, die er niet
in
verhoudingen
wezen. Ongelukkig
hun ontdekkingen
doorgedrongen.
zijn
Ons
dat de Geref. belijdenis tegenover die der Arminianen enz.
dat
er
n.1.
vastheid en orde in de geestel. wereld
is,
niet
mechanisch, door incidenteele wilsuitingen bepaald, maar organisch naar vaste wetten, in
en
dat
den mensch
combineeren
Van
er,
niettegenstaande die vastheid toch een besef van vrijheid
De
overblijft.
ons
is
exempli
mogelijkheid gratia
het denkbeeld tot de verklaring
we nog
niet ver
genoeg
in
om
gegeven
die vastheid en die vrijheid te in
het
kunnen we
niet
ons denken gevorderd
binomium van Newton.
komen en
zijn,
maar het
dat niet, wijl is
principieel
op de wet, die de verhouding (wie het subject van den mensch, beheerscht subject van ons subject tot Gods staande onder dat van God, loochent, wordt determinist, dan is de mensch een
onmogelijk.
machine)
Men kan
niet
Noemen we
alles,
begrijpen
wat betrekking
zonder
het subject van
God
beide a,
heeft
subjecten
in
hun wezen
het subject van den
mensch
b,
te
kennen.
dan kennen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's