Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 151
college-dictaat van een der studenten
:
§
De
5.
Providentia in relatione ad peccatum.
151
Toelichting.
Wij
zijn
van Gods bestel
uitgesloten.
de rechtvaardigen
zijn,
uit
van
dat
zij
God
staan en nu en dan ingrijpen,
heerscht
komen
leven
kunnen
anders kan, dan afwerend er buiten
haar overmacht
In
kunnen wij
we
zelf
zonde
niet
opmaken.
:
Hoe
't
we om
dat
waarde
dien nevel niet
aanwezig
Juist het
te vragen, of
door Christus en de apostelen ons over
geworpen,
er tegen in.
resultaat
God dit
Daarmede
leidt.
bewegen moeten
:
zijn
ons dan de
de geopenbaarde
lijnen
dingen
geworpen
zijn
van de
Wij zeggen
te zien.
conclusie, die eenige
zelf niet
door Zijne Pro-
probleem eenig
wij daarvan het resultaat in de Schrift vinden, en
of
aan-
Dat zou wel gaan, indien
wezen der dingen in kunnen komen tot een
Wij hebben alzoo
bezit.
in het in
met deze kwestie
buiten de zonde stonden, als de zonde niet een nevel had
in ons verhindert ons in het
feten,
anderen
denken dan buiten God om,
dat wij zeggen
dit,
ons denken over elk zedelijk probleem.
over
in
gebed roepen ze dan Gods hulp
het
ons zedelijk besef
uit
maar practisch
uit,
met de zonde
zij
Die voorstelling
te stuiten.
hen, die in de belijdenis der
zelfs bij
die niet anders
intusschen ons standpunt
is
ligt,
dus,
om
zich
zij
tegen Zijn wil gekomen.
Nu
niet
ze toch tot die slotsom, en als
komen,
raking
denken om. Men gaat
de boosheid der menschen opkomt,
thuis zijn. Zij spreken het wel niet
waarheid goed
in
uit
meeste menschen, ook
de
bij
God
ingaat, en dat
de zonde
Tot deze conclusie komt men alleen
te hulp.
de voorstelling, dat de zonde
tegen
is
toom, Zijne almacht
zedelijk besef buiten de Schrift en dieper
op grond van het
zedelijk besef,
zijn
„Natuurlijk
:
zonde en komt met name, waar biddende
alleen de groote woeling der
vromen
van
alleen uitgaat
houdt de zondaren
Hij
het voorzienig
in
hoeft niet gezegd, dat wie
deze conclusie komt
zijne ethische zelfbevinding, tot
belet
En dan
plaats verkreeg.
beantwoorden van deze vraag
het
bij
d(^e paragraaf toegekomen aan de vraag, hoe
in
Gods de zonde haar
bestel
licht heeft
waartoe dat
gegeven, waarlangs wij ons
moeten
rapport gebracht met
in
de zedelijke ondervinding en het zedelijk zelfbesef.
wat de methode
Dit,
vragen,
hoe
zij
betreft.
Ook
bij
deze § moeten wij eerst de Schrift Nu hebben we in dit probleem
ons het probleem voorstelt.
twee momenten, de zonde en de providentie.
De zonde
is in
deze § de onder-
stelde bekende, de Providentia de onbekende, die wij zoeken.
Het
antwoord op de vraag wat zonde
worden Ie.
is,
moet dus
als
Deze locus nu leert ontkennenderwijs, dat de zonde geen eigen substantie uit
Lehnsatz genomen
den Locus de Peccato.
heeft,
en dat weer
tweeërlei a.
schen
Dat de zonde wezen,
beschouwen als ingedruppeld in 's menook weer druppelsgewijze uit moet verwijderd
niet is zeker gif, te
zoodat
het
er
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's