Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 114
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Providentia.
114
geheerscht
had,
ook over
Nu
onderwierp.
spreekt
volken van rondom, die
de
de Heer
Omdat Nebukadn. zóó gesproken
bij
in het 15^ vers
:
Zal eene
bijl
Zal eene zaag pochen tegen
hem opheffen
zich beroemen tegen dien, die
dien, die ze trekt ?
locus classicus voor de causae secundae,
Wat
hebben.
hierboven gezegd
wat we
hetzelfde als
(c.s.)
hier feitelijk dezelfde zaak
over de naaimachine, de locomotief, enz.
Een mensch
sec. instrumentales
onderwijs
niet,
maken de
wil planken
;
ze
geeft;
in
verband
(zaag enz.),
als
zijn
te
wijl het leven
om
een spiegel,
concludeeren tot Nebukadn., die een
c.s.
rat
zich tegenover
gedragen,
God dan
als fons,
bijl,
Nebukadn.
was.
gedaan, maar mocht het alleen zeggen als nin'-nij;.
niet
op
daarin te zien de werking der
per analogiam uit
De bedoeling
wijst hier
der natuur aanschouwelijk
om
stelt hij
kracht
die de kracht
God
brengen.
is
causae sec. rationales.
echter
is
hij
hand van den man,
niets zonder de
met de causae secundae rationales
te
daarmede houwt?
Dit nu zijn de causae secundae instrumentales, alleen per analogiam
(c. p.).
de causae
is
Heere dan
Alsof een staf bewoog degenen, die het geen hout? Die uitspraak is de
omdat we
kan dat echter
zelf
maar toch kan die
;
schepter
moet een instrument nemen, Door wien worden nu de planken gezaagd ? Feitelijk door de zaag
een zaag.
werkt
is
hier vinden.
van den man op zich
zijn
heeft (cf. vers 13 en 14) zegt de
Als men een stok opheft,
!
aan
hij
Jesaja dezen vorst in het 13^ vers aan.
Door
idjn te
"ipiN,
zeggen
Had God hem den boom te
waaruit de kracht komt.
zou Nebukadn. evenals de zaag
zaag en stok /zad dat alles
bij
midden der volken zonder eenige kracht nedergelegen hebben. Jer. 10
Ik weet, o Heere! dat bij den mensch zijn
23.
:
man,
niet bij eenen
die wandelt, dat hij zijnen
gang
weg
niet is; het is
Hier vinden
richte.
we dus
de belijdenis van den profeet onder de inspiratie van den H. Geest over het feit, dat als iemand loopt en zich voorneemt ergens heen te gaan en daartoe
weg
zelf
opstaat en den
dat
het niet „bij den
weg
richt
neemt, overleggende en komende, waar hij wenscht; mensch is" maar dat bij het wandelen zelfs God onzen en onzen gang mogelijk maakt. Wij zijn aan dat besef ontzonken ;
komt zelden voor, dat wij bij het loopen denken zenuwen, bloed, kracht, enz. gaande houdt. Hoe meer hoe meer we de gemeenschap Gods gevoelen. het
Spreuken 16 stuurt
zijnen
:
9.
gang.
:
ik
had
plan
gekomen, zoodat luk, dat
mij
ik
het
God, die mijn
is
besef
dit
bij
ons
leeft,
Het hart des menschen overdenkt zijnen weg, maar de Heere Deze uitspraak is meer absoluut dan de vorige plaats,
die een subject, uitspraak van den Profeet bevat.
op
:
gehad,
ergens heen
te
Sommigen
gaan maar
er
is
ergens anders heen ben gegaan en zoo ben
op den eerst-voorgenomen weg zou overkomen
vatten dit aldus
tusschenbeide
iets ik
zijn,
aan een onge-
ontkomen. Dat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
![Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 114](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/dictaten-dogmatiek-locus-de-providentia-peccato-foedere-christo/1910/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's