Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 163

§ op hem

We zet,

Providentia in relatione ad peccatum.

en breed het

van

die

sterven

zal

zonde sterven

wie eerst rechtvaardig

;

n.1.

dat de

20

ziel,

dan zondigt,

is,

wie eerst zondigt, maar zich bekeert,

;

zijn (vs.

vv.)

van het recht wordt opge-

ééne groote zaak wordt toegelicht,

kanten

alle

dat

stelsel

163

hem

en de goddeloosheid des goddeloozen zal op

zijn,

zien, dat hier uitvoerig

zondigt, zijn

De

5.

hij

die

zal in

zal gewisselijk

leven.

Lezen

we

die

zondigt,

die

vaderen vergeldt

Jeremia

Heere

32

daartegenover wat staat Jeremia

de profeet schijnbaar

15

zal in

4-

:

in

lijnrechte tegenspraak

sterven"

:

hier

:

:

17, 18. In zijn

met Ezech.

18.

gebed spreekt

Daar: „de

ziel

„Gij Heere, die de ongerechtigheid der

den schoot hunner kinderen na hen," enz.

Manasse

is

Doch de

overleden.

over Jeruzalem vernieling brengen zal

profeet voorzegt, dat de

ter wille

van de zonde van een

voorafgaand geslacht.

5 : 7, // Kon. 24 : 3. Evenzoo vinden we die grondgedachte in Exodus 20 : 5, de wet. Toch kan men niet zeggen, dat Jeremia een ander standpunt heeft ingenomen als Ezechiel, zooals blijkt uit Jeremia 31 : 29, 30. Daar wordt negatief ten opzichte van het spreekwoord der onrijpe druiven dezelfde tegenspraak vernomen als in Ezechiel ook positief stelt hij hetzelfde „maar een iegelijk Hetzelfde in Klaagliederen

;

zal

om

:

zijne ongerechtigheid sterven".

Hoe hebben we dat te verstaan ? Men verwijst hierbij dikwijls naar Deut. 24 : 16. Daar vinden we dezelfde uitspraak in gewijzigden vorm. Die gewijzigde, vorm bestaat hierin, dat hier gesproken wordt van de rechtsbedeeling onder Israël. Aan de rechters wordt op het hart gedrukt de misdaden der vaders niet op de kinderen te leggen, wat niet overbodig was omdat het bij de Oostersche rechtspleging gewoonte was, niet alleen den misdadiger, maar ook zijn gezin, soms zelfs zijn geslacht te straffen met den dood. Daartegen

God Zijn bevel. Waar dit bevel in Deuteron. wordt gegeven voorde rechtsbedeeling op aarde, daar zal, als we Ezechiel 20 opslaan, de zaak ons duidelijk worden. In VS. 5 — 9 is de stelling deze, dat God reeds aan de vaderen den eisch stelde hem te dienen, dat zij niet wilden maar dat God de straf heeft uitgesteld, om den naam van Zijn almacht onder de Heidenen hoog te houden. Daarna volgt weer hetzelfde God zegent Israël in de woestijn, maar ten tweeden male wordt Israël wederspannig (vs. 13). En weer verschuift God het stelt

:

oordeel In

VS.

om

dezelfde reden (vs. 14—17).

18 wendt

wederspannig;

ten

om Gods naams

God

zich tot het derde geslacht.

derde male wordt de

wil (vs. 22).

straf

Ook

verschoven

dat geslacht wordt

om

dezelfde reden,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen